Home | Wegwijzer | Verhalen | Geert Jan Leuning
Verlof, 1992
Tegen het einde van mijn verlof kreeg ik het bericht van de maatschappij dat ik weer op de Nedlloyd Rouen geplaatst zou worden omstreeks 6 juli. Aangezien ik vrouw en dochter weer mee zou nemen werden daarvoor alle formaliteiten op kantoor geregeld. Maar toen kreeg ik opeens een paniek telefoontje van v.d. Lugt of ik bereid was de kustreis op de Zeelandia te doen. De 2e wtk die aan boord zat wilde opeens naar huis, moeilijkheden thuis of met de hwtk, maar hij wilde de kustreis niet meer mee en ze hadden zo gauw geen andere 2e wtk die met het schip en Conair bekend was. In Rotterdam opstappen en in Antwerpen weer naar huis. Ik heb dat aanvaard, maar wel heel duidelijk gemaakt dat ik in Antwerpen af zou stappen, of ze nu een opvolger hadden of niet. Op zaterdag, 20 juni vertrok ik naar Rotterdam. Ik had eigenlijk verwacht een rustige treinreis te hebben, maar dat was niet zo. Een hele trein afgeladen vol met kinderen met blije gezichtjes. EO kinderdag in Utrecht. Maar daarna was het wel rustig. Op naar Quick Dispatch (geloof ik ), waar ik aan boord stapte. Melden mij de hwtk. Ik wist wie het was en dus wist ik ook dat de vloerplaten in de machinekamer groen moesten zijn. Hij begon gelijk weer te zeuren over het Boll & Kirch filter waar ik indertijd de kaarsen van moest vervangen met volle smeeroliedruk er op. Dus deze keer heb ik hem maar uitgelegd hoe het werkelijk gegaan was. Hij vroeg me waarom ik dat toen niet had gezegd. Ik zei: Nou, Bram, jij hebt nu niet bepaald de reputatie dat je naar een ander luistert. Ik heb verder geen last met hem gehad, heb de kustreis meegemaakt en verder geen grote dingen aangepakt. Dat was voor mijn opvolger. In Antwerpen kwam een nieuwe 2e wtk aan boord en de agent heeft me van Antwerpen meegenomen en me bij het CS in Rotterdam afgezet en kon ik weer naar huis. Op 6 Juli monsterden mijn vrouw, dochter en ik aan op de Nedlloyd Rouen in Jakarta.
m.s. Nedlloyd Rouen 1992
Het is een rot eind vliegen naar Jakarta. Het vliegtuig was vol en we hadden drie verschillende plaatsen in het vliegtuig en niet dicht bij elkaar. Hoewel we geprobeerd hebben om iets met onze mede passagiers te regelen zodat onze tien jarige dochter bij mijn vrouw of bij mij kon zitten was er niemand die daar zin in had, dus dat was wat lastig dus toen we in de lucht waren ben ik maar ergens met onze dochter op e grond gaan zitten waar een beetje ruimte was. Slapen in een vliegtuig is me nooit gelukt. Wat dat betreftis mijn vrouw behoorlijk "asociaal" . Die gaat zitten, doet haar ogen dicht en is verder de hele vlucht onder zeil en wordt alleen bij tussenstops even wakker. Dus zij was uitgerust toen we in Jakarta aankwamen en vond het dus heel erg leuk dat de agent, die ons van het vliegveld opgehaald had, nog een uitgebreide sightseeing toer door Jakarta gaf. Aardig bedoeld, maar ik was liever rechtstreeks naar het schip gegaan. Sinds de vorige reis op dit schip waren er flink wat mutaties geweest bij de officieren en de sfeer was daardoor wel veranderd en in zeer positieve zin. Er was gelijk een goed contact met de hwtk en we voelden elkaar precies aan. Dat liep als een trein. De kapitein had ik al mee gevaren als eerste stuurman en dat contact was ook goed . Er zat trouwens helemaal een goede ploeg aan boord en de samenwerking was dan ook prima. De eerste stuurman had zijn dochter ook aan boord en hoewel die een stuk ouder was dan onze dochter konden die twee het ook wel met elkaar vinden. De MO-4 aan boord had kennelijk veel jonge familie leden en wist precies hoe hij kinderen aan moest pakken. Hij heeft onze dochter van alles geleerd over wolken formaties en samen hebben ze een haarhygrometer in elkaar geflanst door een haar uit de staart van een paard te knippen en op een stukje plastic te plakken en de wijzer was een gebroken lucifer. De schaal was maar heel klein, maar het werkte wel. Ook liep onze dochter met een schrift en pen rond en vroeg ze onze Indonesiërs hoe ze iets in het Indonesisch zouden zeggen en dat werd dan, fonetisch, in het schrift geschreven en zo probeerde ze zich de Indonesische taal een beetje eigen te maken, dus die was lekker bezig. En met het werk ging ook alles lekker en gesmeerd, dus we hadden niets te klagen.
Bunkeren in Singapore is altijd dolle pret, maar niet heus. Ik heb soms het idee dat dat hele bunker gebeuren daar in de handen van criminelen is. Je krijgt nooit de hoeveelheid bunkers die besteld is en vaak ook niet met de specificaties van de maatschappij. Zo moesten wij dieselolie bunkeren. De bunkerboot kwam langszij en we kregen onze bunkers, natuurlijk wel een paar ton minder dan besteld. Maar dat is daar normaal. De ellende begon pas toen we de dieselolie begonnen te separeren. Na een paar uur liep de bowl van de separator vast. De boel geopend en alles bleek vast te zitten door paraffine. Het hele sludge gedeelte van de separator zat helemaal vol tot aan de sludgetank. Nou, dan ben je wel even bezig met die troep er allemaal uit te krijgen, de bowl schoon te maken en de boel weer in elkaar te zetten en een paar uur later zat de zaak weer vast. Dat spul was niet door de separator te halen. Tja, wat moet je dan? Je hebt de diesel nodig voor de hulpmotoren. Dus maar wat anders geprobeerd. Separeren was niet mogelijk, dus de dieselolie alleen maar door het Boll & Kirch filter gehaald in plaats van door de separator. En dat werkte. Het ging er doorheen en de hulpmotoren bleven draaien. Dat gebeurde natuurlijk nadat we Singapore al lang verlaten hadden. Er zijn intussen wel de nodige berichten naar Rotterdam en Singapore gegaan. In Auckland, Nieuw Zeeland kregen we twee vertegenwoordigers van de olie maatschappij aan boord, twee kerels keurig in het pak en die wilden weten wat er aan de hand was. Dus de hwtk legde de toestand uit. De heren vonden dat allemaal wat raar. Ik was bij het gesprek en zei dat ik wel even bewijs ging halen. Ik had namelijk een conservenblikje met troep uit de sludge leiding gevuld, dus dat ging ik halen. Bij binnenkomst weer in de hut van de hwtk deed ik of ik struikelde en daardoor de inhoud naar beide heren gooide. Die jongens waren zeer snel van hun plaats, maar er kwam alleen niets uit het blik want dat was vaste paraffine. De heren vertrokken met het blik paraffine en wat er verder is gebeurd en hoe dat verder met Rotterdam is afgehandeld, daar horen wij aan boord nooit iets over. De keer daarop in Singapore weer bunkeren, ditmaal niet met een bunkerboot, maar via de wal. Dan ga je eerst dippen bij de tank. Ook zo'n stom iets. Die opslag tanks zijn zo groot dat een halve millimeter verschil in het dippen al vele tonnen diesel bevatten. Het duurde een tijd voordat we diesel begonnen te laden en uiteindelijk kwamen we zo'n 55 ton te kort. Dat pikten wij natuurlijk niet en Rotterdam werd weer ingeschakeld en wij schakelden surveyers in. Die rekenden alles na en kwamen tot de conclusie dat we 65 ton te weinig hadden gekregen. Ze wisten ook dat de vaste dieselolie leidingen in het havengebied een inhoud hadden van 60 ton ongeveer en dat die 's nachts vaak illegaal afgetapt werden. Zij hebben hun rapport waarschijnlijk ook ingediend. Later kregen we een bericht uit Rotterdam waarin ze zich afvroegen waarom wij ons er zo druk over hadden gemaakt omdat hun ervaring was, dat het tekort meestal een foute berekening was en dat het tekort gedurende de reis meestal wel weer tevoorschijn kwam. Daar doe je dan je best voor, want het is aan boord nooit terug gekomen!
Persoonlijk heb ik er altijd een hekel aan gehad als mijn meerderen, tijdens het werk, op mijn vingers zaten te kijken. Als je dan 2e wtk bent moet je dat eigenlijk ook niet bij je eigen mensen doen. Wat is ervaring tenslotte? Leren van de fouten die je maakt, dus je moet je mensen ook in de gelegenheid stellen fouten te maken en dan moet de 2e wtk ervoor zorgen dat het geen "bakjes" worden. Daar raak je op den duur wel handig in. Bij een BBC turbo van een hulpmotor kijk ik af en toe van een afstandje als ze er mee bezig zijn, zonder dat de mensen het merken. Alleen als ze de zaak terug zetten kom ik er quasi toevallig even langs en vraag dan: Hebben jullie rekening gehouden met de paspen? En dan zie je gelijk of ze er rekening mee gehouden hebben of niet. Paspen? Nou, dat is het eigenlijk niet. Het is een klein uitstekend leidinkje en dat moet vallen in een gaatje in het schot tussen blower en turbine en vormt zo een luchtleiding voor sperlucht in het labyrint afdichting in het olie gedeelte van de turbine. En dat is eigenlijk het enige belangrijke punt van een BBC turbo blower. Nu had ik aan boord van dit schip een MO-er, een goede wtk. Dat is tenslotte het enige waar ik naar kijk omdat ik geen oordeel heb over zijn dekwerk. Hij zou een turbo van een Daihatsu hulpmotor uit elkaar halen, schoonmaken en weer in elkaar zetten. Na een nacht met het turbo gedeelte in een bak water kon het schoonmaken beginnen en daarna weer in elkaar gezet kunnen worden. Toen de lagers er op zaten zei ik tegen de MO-er, geef de rotor eens een zwiep . Hij deed het en na één omwenteling stopte de rotor. Er was dus iets niet goed en dat zag hij ook. Dus het ding weer uit elkaar. Alles nagekeken en weer in elkaar en weer niet goed. Dus weer uit elkaar en in elkaar en weer niet goed. Toevallig kwam de hwtk langs en zei: Start die motor maar, dan draait die turbo wel. (Dit was trouwens een nieuwe hwtk). Dat deed de MO-er toch maar niet, dus het ding weer uit elkaar. Ik zei hem dat hij de zaak nu maar eens goed moest bekijken en vooral de ashalzen. En daar was een klein braampje waardoor één van de lagers niet helemaal tegen de ashals gedrukt kon worden. Hij bekeek het en bekeek mij en vroeg: Hoe lang weet je dat al? Ik: een dag of drie. Hij ontplofte en ik kreeg het één en ander te horen en ik gaf hem groot gelijk. Toen hij tot rust was gekomen vertelde ik hem: Ervaring is leren van je fouten. En jij bent nu zover dat je dat ding in je slaap uit- en in elkaar kunt zetten en of dit nu een kleintje van een hulpmotor is of een grote van de hoofdmotor, je zult er nooit meer moeite mee hebben, want dit vergeet je nooit weer. Ervaring! En daarin moest hij me gelijk geven.
Mijn vrouw, dochter en dochter van de eerste stuurman gingen per bus vanuit Mount Maunganui naar Rotorua en daar hebben ze verder de hele dag rondgesjouwd waarna ze 's avonds weer met de bus terug gingen naar de Mount. Het was niet druk in de bus en op het laatst waren ze nog maar met hun drieën. De bus chauffeur vroeg waar ze in de Mount moesten zijn. Op een schip, zeiden de meisjes. Goed, zei de chauffeur, ik breng jullie wel even en hij reed de kade op. Bij het schip aangekomen zag hij de ramp en vroeg: Kan je daar maar zo naar binnen rijden? Het antwoord was ja en we moeten bij die middelste gang zijn, want daar is de lift. Er werd niet gewerkt en de bus chauffeur vond het prachtig en reed de ramp op. deponeerde de meisjes bij de lift en vertrok weer. Ik denk dat als de goede man nog leeft hij nog steeds zal praten over het feit dat hij zomaar met zijn bus een schip opgereden is. Zoiets kan alleen maar in Nieuw Zeeland, lijkt me. We kregen daar ook hoog bezoek. De heer Rootliep, de hoogste baas van de Nedlloyd groep was bezig met een afscheidsreis en aangezien hij in Nieuw Zeeland was, en wij ook, gaf hij een feest aan boord van ons schip. Ook bleek dat op het zuid eiland de winter vroeger dan normaal was ingevallen waardoor vele schapen geen eten meer hadden. Op het noord eiland hadden boeren hooi verzameld voor hulp aan het zuid eiland, maar hoe kregen ze het daar. Rootliep kwam gelijk te hulp en bood aan dat ze alles in Napier aan boord konden rijden en dat de Nedlloyd voor gratis vervoer zou zorgen. En sindsdien ware wij de "hayship", dagelijks op TV en bekend over heel Nieuw Zeeland. Er zou een groot interview komen en onze kapitein stond er al helemaal klaar voor, maar ze interviewden de tweede stuurman, maar dat was later. Intussen hadden we een feestje in Mount Maunganui. Onze dochter scharrelde daar ook rond en maakte een praatje met iedereen. In het Engels. De grammatica klopte misschien niet helemaal, maar de mensen begrepen wel wat ze te vertellen had. Rootliep vroeg onze dochter: Reanne, is hier ook een toilet? Onze dochter pakte zijn hand en zei: Ik breng je wel even en samen liepen ze naar het toilet bij de bar, Rootliep grinnikend achter onze dochter aan. Rootliep ging een rondje maken met onze hwtk en ik nam de kans waar om ook even de MK in te duiken. We waren voor het feest bezig geweest met het schoonmaken van de turbo luchtkoelers van de hoofdmotor en aangezien we 's avonds zouden vertrekken ging ik even kijken of alles dicht was en om de boel te ontluchten, dus de hoofd circulatiepomp werd gestart. De koelers waren wel dicht, maar door de lucht in het systeem werden er flinke plenzen zeewater de MK in geblazen via een openstaande ontluchting. Ik schrok me dood. Ik dacht al: Zul je zien dat de hwtk en de baas van de Nedlloyd daar net liepen en nu een compleet nat pak hadden, maar ze waren gelukkig de MK als uit. Geluk!
Van Mount Maunganui voeren we naar Napier. We waren intussen wel wereld beroemd geworden in Nieuw Zeeland als de "Hayship" .Ik vergelijk Nieuw Zeeland in die tijd wel eens met een groot dorp. Het schijnt dat iedereen elkaar daar kent dus als er vreemde snuiters rondlopen valt dat gelijk op en die vreemde snuiters waren in ieder geval mijn vrouw en dochter. En als je iets wilt weten moet je gewoon vragen, nietwaar? Dus werd hen in winkels waar ze kwamen, gevraagd waar ze vandaan kwamen. Uit Nederland was dan het antwoord. Op vakantie? Nee, we zijn hier met een schip. En dat kon er dan maar één zijn, de "Hayship". En dat was speciaal, dus moesten ze hun naam in een schrift schrijven als bewijs dat ze in die winkel geweest waren. Bij een dolfijnen show werd er zelfs omgeroepen dat er mensen van de "Hayship" aanwezig waren en kregen ze een warm applaus. In Napier stonden ook opleggers gereed met hooi voor de schapen op het zuid eiland. Ook waren er twee mannen die alles zouden regelen en die de verdere kustreis mee zouden varen. Die waren nog nooit op een schip geweest en keken hun ogen uit. Ieder kreeg een eigen hut met eigen douche en toilet, want ze eigenlijk niet verwacht hadden omdat ze gedacht hadden dat het erg primitief op een schip zou zijn. Die twee maakten wat mee en hadden de tijd van hun leven . De prijs van het bier aan boord heeft daar misschien ook aan bijgedragen .Na de lading werkzaamheden werden de opleggers met hooi aan boord gereden en vertrokken we naar Timaru, waar de opleggers gelost zouden worden. Daar werd de lading ook verdeeld over andere opleggers en vrachtwagens, want die opleggers moesten wel weer terug naar het noord eiland. Maar daar zorgden die twee mannen verder voor. In Timaru gingen mijn vrouw en dochter natuurlijk weer de wal op. Ze hadden van de 3e wtk gehoord dat er een mooi park was en nadat ze eerst het centrum van Timaru onveilig hadden gemaakt besloten ze om naar dat perk te wandelen. Ze hadden van de 3e wtk gehoord waar het was en volgens zijn zeggen was het een kwartiertje lopen. Dus zij op pad. Nu geven beide dames niet gauw op, dus na drie kwartier tot een uur lopen kwamen ze bij het park en gingen het verkennen. Het was al laat in de middag en ze hadden niet in de gaten dat dat park op een bepaalde tijd gesloten zou worden, dus toen ze besloten terug te gaan naar het schip konden ze het park niet meer uit want de poorten waren dicht en op slot. Uiteindelijk, na een tijd zoeken vonden ze een gedeelte waar het hek wat lager was en waar een boom hun hielp over het hek te klimmen. Ze kwamen zo wel in een privé tuin terecht, maar de bewoners van het pand zaten net aan tafel en zodoende konden ze die tuin uit sluipen. Daar vlak bij was ook een bushalte en konden ze met de bus weer terug naar het centrum en het schip. Daar vertelden ze onze 3e wtk dat het park wel wat verder was dan een kwartiertje lopen. Zijn antwoord was: Maar ik was ook op de fie-hiets! Dat had hij er even bij kunnen vermelden, nietwaar?
Een van mijn collega wtk's aan boord was een aardige knul, altijd bereid om te weken, sociaal, niks mis mee. Maar hij had nogal wat moeite om een beslissing te nemen. Die liet hij liever aan anderen over en als hij dan toch een beslissing moest nemen, nam hij meestal de verkeerde. Zo kon het dan ook voorkomen dat hij zijn avondronde door de machinekamer liep en dat ik dat een telefoontje kreeg: Second, dit gaat niet goed hoor, helemaal niet goed. Dan ga je maar weer naar beneden en dan blijkt een leidinkje voor het waterwassen van één ven de turbo's van de hoofdmotor heen en weer staat te zwiepen. Er was een beugeltje afgebroken. Dus ik vertelde hem: Haal eens een touwtje . Hij weg en kwam weer terug meteen touwtje. Bind nu dat leidinkje even vast aan die leiding daarnaast. Zo gezegd, zo gedaan en het leidinkje zwiept niet meer. Reparatie gelukt: Hij: Zou je denken, second? Ja hoor, in de volgende haven zetten we het wel weer goed vast. En dat was het dan. Hij kon ook eindeloos doorgaan met een karweitje omdat hij maar niet kon beslissen of het karweitje nu klaar was of niet . Dus dan vertelde ik hem dat dat karweitje gereed was en getest dus gereed. Dan vroeg hij nog voor de zekerheid: Echt, second? Dan zei ik: Ja en dan was hij ook tevreden. En zo viel er toch wel goed mee te werken, maar je moest het wel in de gaten houden en dat ging ook wel eens mis. Ik was ergens druk mee en wist dat er te weinig freon in de proviand vriesinstallatie zat, dus ik vroeg hem er even een fles freon te suppleren en ging weer verder. Later kwam ik langs de proviand vriesmachine kamer en de hele compressor zat onder het ijs. Daar was iets niet goed gegaan, dus maar eens navraag gedaan. Hij had, zoals ik gevraagd had, een fles freon gesuppleerd. Wat voor freon? nou, gewoon, freon. Uit een groene fles of een witte? Dat wist hij niet meer, maar het was een fles in de hoek. Toen wist ik al genoeg. Bij het suppletiepunt van het systeem staat met grote letters: Freon 22. Dat zit in groene flessen en die stonden daar opgesteld bij dit suppletie punt. Achterin, in een hoek, stonden een paar witte flessen, gevuld met freon 12, voorraad voor de reefer containers die toen nog met F-12 gevuld waren. Terwijl de goede flessen naast het suppletiepunt stonden had hij die fles dus helemaal van achteren naar het suppletiepunt gesleept en daarmee het systeem opgevuld. Daar was ik dus niet zo blij mee, temeer daar deze wtk al flink wat jaren mee liep. En aan mij om dit weer op te lossen. Ik ben bang dat ik het gat in de ozonlaag boven Nieuw Zeeland weer wat groter heb laten worden door het systeem maar af te blazen en daarna met freon 22 weer op te vullen. We hadden die dag dus allebei een verkeerde beslissing genomen, ik door hem het te laten doen en hij door de verkeerde freon te suppleren. Shit happens!
Na Timaru ging de reis verder naar Bluff. Als je daar eenmaal bent waan je je wel aan het einde van de wereld. Daarna ging het terug naar Timaru om de trailers weer op te halen die intussen leeg waren en daarna door naar Napier of die trailers weer te lossen. En daar gingen de beide Kiwi's ook weer naar huis, maar niet voor lang. Ze hadden zo genoten van hun reis aan boord dat ze de volgende dag, een zondag, met een flinke bus bij de gangway stonden om als tegen prestatie de mensen, die vrij waren of vrij konden krijgen, de omgeving van Napier te laten zien. En daar waren flink wat liefhebbers voor. Die werden in de bus geladen en daar gingen we. Op deze manier kregen we heel wat te zien van de omgeving van Napier, want over het algemeen komen we meestal toch niet verder dan de havenstad zelf. En aangezien het een mooie omgeving is konden we er wel van genieten. En uiteindelijk belandden we op de Te Mata Peak waar je een geweldig uitzicht had. We waren blij dat we dit gedeelte van Nieuw Zeeland hadden kunnen bekijken . Daarna gingen we verder naar Mount Maunganui waar we ook weer paarden aan boord kregen. Ik heb op de Nedlloyd Rotterdam al beschreven dat die paarden redelijk vrij rond konden lopen op een beperkte ruimte die nooit beladen kon worden omdat anders de "voordeur" naar het hoofddek niet open kon en die ruimte werd opgesloten door de twee stal containers aan de zijkanten en de koel containers meer naar voren. Bij de koel containers staat er een luikje open zodat de lucht in die containers ververst kan worden en dat hadden die paarden wel snel door. Uit één van de openingen kwam dus koele lucht en daar gingen ze dan graag met hun kop voor staan als het warm werd. Maar of dat nu kwam van de koele lucht of van de geur van appels is me nooit helemaal duidelijk geworden. Paarden mogen niet zeeziek worden. ze kunnen niet kotsen en dan overleven ze het niet. Dus was het maar gelukkig dat deze schepen waren uitgerust met stabilizers. Maar wanneer is het tijd om ze te gebruiken? Daar hadden ze aan boord een uniek alarm systeem voor. Op de brug was een toiletruimte en het toilet daarin stond dwars geplaatst. Als het schip zodanig begon te slingeren dat de klep van het toilet dicht viel, dan was dat het teken dat de stabilizers gebruikt moesten gaan worden. En op deze schepen werkten ze prima.
We vertrokken uit Mount Maunganui en gingen weer op weg naar de Far East. Onze dochter kreeg een beetje paard rijles van de paarden verzorgsters dus die scharrelde daar een beetje rond op de rug van een paard. Het was zondag dus wij konden haar een beetje in de gaten houden vanuit onze hut. De paardenverzorgsters hadden haar wel op een paard gezet, maar waren ergens anders bezig en het paard was te hoog voor haar om er zonder hulp van af te klimmen. Het begon een beetje te regenen en daar had dat paard geen zin in en besloot de stalcontainer in te lopen en die was net hoog genoeg voor het paard, maar niet met een berijder er op. Dat begreep onze dochter ook en die is toen maar plat op de rug ban het paard gaan liggen. Het was maar een plaatselijk buitje en even later kwam het paard weer naar buiten en kon onze dochter weer rechtop gaan zitten en scharrelde ze weer rond. Toen de verzorgsters weer terug waren bleef ze nog een tijdje op het paard zitten totdat ze zelf aangaf dat ze er weer af wilde. Ze heeft op de oversteek nog vaak op de paarden gezeten, maar toen ze weer thuis was heeft ze nooit de aanvechting gehad om paardrijles te nemen.
Het is mooi varen daar, land de Great Barrier reef en door Straat Torres en meestal met mooi weer. Goede gelegenheid om te zwemmen in ons zwembad en een barbecue te houden. En we hadden natuurlijk ook nog een feest op 13 augustus omdat onze dochter haar elfde verjaardag vierde. Ze heeft in de eerste twintig jaar van haar leven meer verjaardagen gevierd aan boord van schepen dan thuis. Helaas kwamen we natuurlijk ook steeds dichter in de buurt van Singapore waar mijn vrouw en dochter het schip zouden verlaten om huiswaarts te keren. Ik zelf moest nog een tijd aan boord blijven. Afscheid nemen went nooit, hoe vaak je het ook doet, maar het hoort nu eenmaal bij het leven op zee.
We kregen een nieuwe hwtk aan boord en daar kreeg ik in eerste instantie gelijk ruzie mee . We hadden de olie gestookte ketel voor survey gehad en dat was een haastklus, want je hebt die ketel hard genoeg nodig om je zware brandstof op temperatuur te krijgen en houden en voor dat survey moest die ketel wel helemaal leeg zijn en allerlei appendages moesten overhaald worden. En daar liep ik wel een beetje over te muiten omdat ik me afvroeg waarom ze dat in dok dan niet hadden gedaan. Nu had de nieuwe hwtk van iemand gehoord dat ik hem daarvan de schuld had gegeven omdat hij zijn vrouw aan boord had en er dus badwater moest zijn. En daarom was hij gelijk nogal agressief aan mijn adres. Dit was de eerste keer dat ik met de man voer. Dus dat vertelde ik hem ook dat ik dat nooit gezegd kon hebben omdat ik hem helemaal niet kende. En laten we eerlijk zijn, ik ben tijdens de dokbeurt aan boord geplaatst, de vorige term, en toen was hij geen hwtk aan boord, want dat was iemand anders die ik wel kende. Dus die opmerkingen, die ik aan zijn adres gemaakt zou hebben, konden helemaal niet waar zijn En hij wist zelf toch ook dat hij tijdens de laatste docking van dit schip niet aan boord was. Daarna ontdooide hij een beetje. Er wordt aan boord altijd wel veel gekletst, maar ik heb er toch een hekel aan als men mij dingen in de mond legt die ik nooit gezegd heb. Maar voor de rest ging de reis wel weer voorspoedig. Natuurlijk wel weer genoeg gedonder met het rollend materiaal, vaak ook door onoordeelkundig gebruik van de mensen aan boord. Een Terberg die niet wil starten, dus de extra startaccu wordt opgehaald en met de staart kabels wordt netjes plus op plus en min op min de extra startaccu aangesloten op de accu van de Terberg, maar wel 24V van de start accu op 12V van de Terberg. Gelukkig liep ik er net langs en zag dat het verkeerd ging, dus gelijk weer losgekoppeld en toen de accu's goed aangesloten. Ze hadden even niet goed gekeken, want die Terberg had ook een twee 12V accu's in serie. De startkabels waren al heel heet. Ach, dat waren zo de dingen waar je dagelijks mee te maken kreeg. Maar het houdt je van de straat, moet je maar denken. In de machinekamer zelf liep alles wel lekker. Je had je onderhoud programma maar echt problemen waren er niet zoveel. We kregen in Nieuw Zeeland altijd wel veel koel- en vries containers mee en die vergden ook wel de nodige aandacht, maar voor de rest liep het allemaal wel. En dan krijg je opeens weer van die idiote vragen van het kantoor in Singapore. Die willen dan van je weten wat het precieze brandstofverbruik van de hoofdmotor is bij 92, 94, 96 en 98 omwentelingen per minuut. Een vraag waar geen antwoord op bestaat. Dus dan leg je uit dat dat afhankelijk is van diepgang, stroming, wind, weersgesteldheid en dat dat dus niet precies te zeggen is. Daar nemen ze uiteraard geen genoegen mee, dus dan maak je maar een lijstje aan de hand van de grafiek in het instructieboek en wat natte vingerwerk. Er klopte geen donder van, mar ze waren tevreden. Tja, een leek kan meer vragen dan vele geleerden kunnen beantwoorden
De verdere reis verliep eigenlijk vrij rustig, voor zover je aan boord van een schip eigenlijk over rustig kan spreken, maar er waren geen grote problemen. Mijn opvolger kwam wat eerder aan boord omdat ook hij ingewerkt moest worden in het ramp gebeuren. Hij viel met zijn neus in de boter, want toen we in Singapore de ramp moesten neerleggen liep halverwege het gebeuren een hydraulische motor van de hoofdwinch vast, dus die moest vervangen worden. De reserve motor stond in de CO2 kamer, dus niet ver weg, maar het ding is heel erg lomp en zwaar, dus het was een hele klus om hem aan dek te krijgen en dan moet de oude motor nog weggenomen worden en de nieuwe geplaatst en als je in Singapore tegen de kant ligt en er kan niet gewerkt worden, dan krijg je een boete, dus het was wel de bedoeling dat die motor zo snel mogelijk gewisseld werd, maar ook dat lukte wel weer en konden we de ramp verder laten zakken. De reis daarvoor waren in Singapore diverse van onze officieren afgelost. De jongens die afgelost werden hadden besloten in Jakarta gezamenlijk een hapje te gaan eten en zo gezegd, zo gedaan. Wat ze daar gegeten hebben weet ik niet, maar het is ze niet goed bekomen en dat was in Singapore nog niet open . Ik heb me daarna altijd afgevraagd of de sewage installatie van het vliegtuig het allemaal heeft kunnen verwerken. Later heb ik nog gehoord van één van de afstappers dat hij er thuis ook nog heel lang mee gezeten heeft. In Jakarta, op 18 november, ging ik van boord om naar Nederland te vliegen voor mijn verlof.