Home | Wegwijzer | Verhalen | Geert Jan Leuning

Verlof, 1994 - '95

Ik moet eigenlijk eerst een eindje terug naar een paar verloven geleden. Ik had een nieuw paspoort nodig omdat die bijna verlopen was. Dus ik naar het gemeentehuis en een nieuw paspoort besteld. Nu had ik in mijn oude paspoort nog een paar visa voor Amerika en die blijven geldig, ook al is je paspoort verlopen. Dus ik vraag aan de ambtenaar of die visa voor Amerika niet beschadigd zouden worden bij het onbruikbaar maken van het paspoort. De ambtenaar zegt: Meneer, U hebt geen visum voor Amerika meer nodig. Mijn antwoord: Ik wel, ik heb hem nodig voor mijn werk. Hij: Nee, meneer, U hebt echt geen visum nodig. Ik: Ik wel. Mensen die 's nachts werken hebben voor Amerika een visum nodig, dus hoeren, pooiers, zeelui en politieagenten hebben echt een visum nodig, dus zorg er voor dat mijn visa niet beschadigd worden! Jullie snappen het zeker wel. Toen ik mijn nieuwe paspoort ging halen kreeg ik het oude terug met grote gaten er in en dus ook door mijn Amerikaanse visa. Idioten! Dus ik belde de maatschappij om ze te vertellen dat ik dus geen Amerikaanse visa meer had en of daar ook voor gezorgd moest worden. Het antwoord was nee, ze stuurden geen mensen meer via Amerika. Tot zover dit verhaal.

Ik kreeg bericht van de maatschappij dat ik weer naar de Nedlloyd Rosario moest en helaas wat eerder dan gepland. Mijn opvolger kreeg een noodsituatie thuis en moest direct naar huis. Ze hadden geen opvolger voor hem, maar ze hadden George Huybens bereid gevonden om één rondreis op het schip te maken met zijn familie. Hij was, geloof ik, net thuis van een ander schip en had zijn koffers nog niet eens uitgepakt. Aangezien mijn voorganger vanuit Nieuw Zeeland naar huis moest en George daar woont, kon zo alles geregeld worden. Maar omdat George maar één rondreis beschikbaar was, moest ik wat eerder uit mijn verlof komen en naar Auckland vliegen. Ze hadden het mooi geregeld. Ik zou via Amerika vliegen en ik zou een dag voordat het schip aankwam in Auckland zijn zodat ik in een hotel nog een beetje bij kon komen. Toen ik vertelde dat ik geen Amerika visum meer had en de tijd te kort was om er nog een te krijgen, moest dat goede plan vaarwel gezegd worden. Dus ik vloog naar Singapore, moest daar vier uur wachten, toen verder naar Brisbane, daar ook vier uur wachten en toen door naar Auckland en vanaf het vliegveld rechtstreeks naar het schip dat op vertrek lag. Na die vliegreis was ik kapot. George was nog aan boord, zijn vrouw zat in de auto op de kade, dus hij was er helemaal klaar voor om naar huis te gaan. Op mijn verzoek is hij nog aan boord gebleven om de ramp op te halen, want daar was ik niet meer toe in staat en daarna is hij de gangway afgelopen en naar huis gegaan en ik ben in mijn kooi gekropen. Nogmaals, bedankt, George

m.s. Nedlloyd Rosario 1995

En daar was ik weer op de Rosario. Volgens mijn monsterboekje ben ik op 8 februari 1995 aangemonsterd, dus dat zal wel kloppen. Na een goede nachtrust ben ik maar eens rond gaan kijken. De hwtk was een bekende, in zoverre dat ik met hem op de straat Fremantle had gevaren in 1965. Toen was ik leerling en hij vijfde wtk. De kapitein kende ik niet, maar die was met zijn laatste reis bezig voor zijn pensioen en leek me een heel geschikte kerel, wat hij ook bleek te zijn. Wat me als eerste opviel was dat we een stel mensen aan boord hadden die bezig waren met nieuwe pijpplaten in de ketel te lassen. Op het dek achter de hut van de hwtk stond een container met een ketel er in, die door middel van slangen met het stoomsysteem via de uitlaatgassenketel was verbonden en uiteraard ook met de ketel voeding pomp. Het werkte allemaal. Toch wel interessant, zo'n ketelreparatie. Maar die jongens die dat deden waren niet anders gewend en je had ook je gewone werk, dus je kon er niet steeds bij blijven kijken. Hoewel het al wel bekend was dat we met de laatste reizen met dit schip bezig waren, ging het onderhoud natuurlijk steeds door. Je moet je schip tenslotte goed afleveren, nietwaar? En de kapitein maakte zijn laatste reis en dan moet je wel wat van zo'n afscheid maken, nietwaar? Dus er moest met de pet rondgegaan worden om een afscheid cadeau te kunnen kopen en er moesten natuurlijk ook nog wat dingen gefabriceerd worden die aan de scheepvaart doen denken en hopelijk een speciale betekenis voor de pensionado zullen krijgen. Wat me trouwens wel is opgevallen was dat er een trilling in het schip zat die de vorige term er nog niet was, Maar ik kon niet ontdekken waar het aan lag. En zo voeren we tussen zuid oost Azië en Nieuw Zeeland. We hebben onze kapitein een mooi afscheidsfeest gegeven en hij vertrok in Singapore. We kregen een nieuwe kapitein en een nieuwe hwtk. Met de kapitein had ik al diverse malen gevaren en daar kon ik goed mee opschieten. Maar die ging ook zijn laatste reis maken want die ging ook met pensioen, dus daar moesten we ook weer het nodige voor organiseren. In Singapore hadden we problemen met de grote Kalmar, de 40 tonner. Die kon geen container meer tillen. De derde wtk kwam me halen om samen even te overleggen. Na onderzoek kwamen we tot de conclusie het aan de hydraulische pomp moest liggen. De derde wtk ging kijken of we er een reserve hadden. Dat hadden we, dus hij kwam terug met de reserve pomp. Maar er kwamen ook twee hwtk's aangelopen die zich ermee gingen bemoeien. Hoe we wisten dat het daar aan lag. Nou, het kon niets anders zijn. Toen moest de derde wtk proberen de container, die nog op de vorken stond, op te tillen. Dat ging dus niet, maar dat wisten we al. Beide heren waren nog steeds niet overtuigd. Nu zit er in de flens waarmee de pomp op de versnellingsbak bevestigd is, een gaatje, maar dat is afgestopt met een boutje. Ik heb dat boutje eruit gedraaid en de 3e wtk gevraagd de container nogmaals op te tillen. De olie spoot er met kracht uit, precies tussen beide hwtk's door, die allebei in hun nette kleren aan het kijken waren. Het effect was spectaculair en dat was echt niet mijn bedoeling. Ik wist niet dat heter zo uit zou spuiten, maar beide heren wilden me toen wel beloven. We hebben de pomp gedemonteerd en toen hij naast de Kalmar lag kon je duidelijk zien dat het seal naar de knoppen was. De nieuwe pomp gemonteerd en het zaakje werkte weer als nieuw. Waar we geen rekening mee gehouden hadden was dat door het lekke seal de hydraulische olie in de versnellingsbak gespoten was en hydraulische olie smeert niet zo goed, dus dat gaf later wat problemen. We hadden de versnellingsbak moeten drainen en weer met smeerolie moeten vullen. Foutje! In Singapore kwamen ook duikers om de schroef te polijsten en bleek dat we een stuk van een van de schroefbladen kwijt waren. De maatschappijwilde natuurlijk weten waar dat gebeurd was, maar dat wist niemand. Ze vroegen of wij niets gemerkt hadden. De nieuwe kapitein en nieuwe hwtk hadden niets gemerkt, zeiden ze. Geen wonder, ze zaten net aan boord en ik wist nu waar die rare trilling vandaan kwam en dat zei ik dus ook, maar wie luistert er nu naar een 2e wtk? Dus besloten werd om er mee door te varen

We gingen weer op weg naar Indonesië en Nieuw Zeeland. De nieuwe hwtk bleek een heel aardige man te zijn, maar ik werd wel een beetje gek van hem. Hij kon zichzelf niet vermaken. In die tijd ging alle communicatie met het thuisfront per brief en ik had de gewoonte om 's avonds even de dag te bespreken met mijn vrouw. Op papier dan wel, dus ik schreef iedere avond een stukje. Maar omdat de hwtk zichzelf niet kon vermaken kwam hij 's avonds altijd mijn hut binnen sloffen, zonder te kloppen, plofte op een stoel neer en begon tegen me aan te praten. Of ik nu zat te lezen of zat te schrijven of wat dan ook, hij plofte neer en begon te praten. Dat kan eens gebeuren, maar iedere avond? Zoals ik al zei, het was een bijzonder aardige man en dan wil je hem ook niet voor zijn hoofd stoten, maar je wordt er wel een beetje gek van. Overdag, in de machinekamer, liep hij ook vaak achter me aan om te zien wat ik aan het doen was. Bij zuiger trekken wilde hij altijd meehelpen en dan ging hij precies hetzelfde doen als wat ik deed. Bij het verwijderen van het cilinderdeksel moeten b.v. de verstuiverkoeling losgehaald worden, twee flensjes, acht boutjes en die flenzen zitten tegen elkaar aan. Als ik dan aan de bouten en moeren van zo'n flens begon te werken, zag hij dat en begon hij aan het andere flensje en dan zit je elkaar grandioos in de weg. Als ik dan wat anders ging doen kwam hij ook weer achter me aan. Lastig. We kregen een gescheurde voering en de hoofdmotor stopte er dus mee. De zee was rustig en we waren bijna bij de volgende haven, dus zuiger eruit, de zaak afblinden en op zeven cilinders langzaam naar de haven. Daar voering trekken. De hwtk liep wilde ook weer meewerken en begon alvast de paspen van de oude voering te slopen en toen dat gedaan was vertelde hij me dat. Ik vroeg hem of die pen met het lange eind naar boven of naar beneden had gezeten. Hij had hem gedemonteerd, maar hij wist dus niet dat de pennen aan beide kanten van de flens verschillend in lengte waren. Dus hij ging in de tekeningen zoeken hoe dat ding nu op de nieuwe voering geplaatst moest worden. Dat duurde wel een tijdje, dus konden wij rustig doorwerken en toen hij uiteindelijk had uitgevonden hoe het moest zitten zat het geheel al op de nieuwe voering en hing die voering al boven de cilinderbalk. Aangezien de hwtk toch wat te doen wilde hebben en onze kapitein zijn laatste reis maakte en dus ook een afscheidscadeau moest hebben, heb ik hem gevraagd om iets te verzinnen en het te maken. Hij besloot het langs profiel van het schip van messing te maken. Daar is hij een hele tijd mee bezig geweest, maar het is ook een mooi werkstukje geworden. En hij was er zo druk mee bezig dat ik rustig mijn werk kon doen. Maar hij kwam nog wel steeds iedere avond mijn hut binnenvallen om tegen me aan te praten.

Intussen waren de nieuwe pijpplaten in de ketel gelast waarna de nieuwe vlampijpen in de pijpplaten werden gelast. Toen dat gedaan was werden de lassen door een Surveyor gecontroleerd door middel van magnaflux, als ik me goed herinner. Toen dat allemaal was gebeurd konden we gaan druktesten. Toen ik, jaren geleden, op de Tjiwangi geplaatst was ging daar het verhaal dat in de ketel aan boord van dat schip nieuwe pijpen in de pijpplaat gerold waren en dat de ketel ook gedruktest moest worden en dat gebeurde dan ook. Alleen was men vergeten de manometer aan te sluiten, dus de druk werd opgevoerd, zonder dat de manometer het aangaf, totdat het water weer langs de pijpen naar buiten spoot. Foutje! Bedankt! En dat alles onder het toeziend ook van de hwtk en een Surveyor. Met zulke "bakjes" maak je geen vrienden en de maatschappij is daar ook verre van blij mee. Dan neem je je voor dat jou zoiets nooit zal overkomen. Dus ik heb wel zeker voor gezorgd dat de manometer aangesloten was! De ketel helemaal met water gevuld en toen de HD spuit er op aangesloten en gestart. De manometer liep keurig op en toen de gewenste druk bereikt was de afsluiter gesloten en de HD spuit gestopt. De ketel bleef keurig op druk, dus werd de ketel goedgekeurd.. We hadden trouwens nog wel een probleem. Onze voorgangers hadden het brander front helemaal uit elkaar gehaald om alles schoon te maken, dus ook de luchtvaantjes. Toen de boel weer in elkaar gezet moest worden waren de mensen die het uit elkaar hadden gehaald met verlof. Goede tekeningen hadden we er niet van, er stond hier en daar wel een wit streepje op, maar dat zei ons ook niets. We hadden dus een hoopje onderdelen en daar moesten we wat van maken. Een heel gepuzzel en ik twijfel er aan of we het uiteindelijk goed gedaan hebben, omdat we vrij regelmatig het brander front moesten openen om met een stuk ijzer een brok koolstof bij de brander weg te steken, maar voor de rest werkte het wel. En intussen waren we dus ook bezig om het afscheidsfeest voor onze kapitein voor e bereiden, en dus moest er weer met de pet rondgegaan worden, maar ook is het weer gelukt om ook de tweede kapitein een waardig afscheid te geven, dus die vertrok ook weer in Singapore en kregen we onze derde kapitein. Daar had ik ook al eerder meegevaren en wel ook op dit schip, maar hij was toen 2e stuurman en hij was degene die toen voor dokter speelde toen ik mijn been brak op de noord Atlantic. Ik heb hem gelijk maar gevraagd of hij ook zijn laatste reis maakte, maar dat was gelukkig niet zo. En zo begonnen we aan de laatste reis die het schip op Nieuw Zeeland zou maken.

We hadden al een scheepstechnicus aan boord. Hij deed zijn best, maar je merkt al gauw dat hij het technische gedeelte niet helemaal in de vingers had. Nu had de maatschappij ons verteld dat de ballast tanks van het schip schoongemaakt moesten worden en ontdaan van modder en ik weet niet wat. Onze scheepstechnicus vroeg of hij dat mocht gaan doen met een stel Indonesiërs. Daar was geen bezwaar tegen, maar toen kregen we nog een scheepstechnicus aan boord, speciaal om die tanks schoon te gaan maken . Maar daar was dus al iemand mee bezig en dat gaf wat problemen. Ik heb me er niet mee bemoeid. De kapitein en hwtk hadden dit beslist en die moesten het ook maar weer zien recht te breien. Er werd over gediscussieerd, maar uiteindelijk kreeg ik de nieuwe scheepstechnicus in de machinekamer en daar was ik heel blij mee, want die had het wel in de vingers en heel goed zelfs. Dus daar gingen we weer. De maatschappij had mij inmiddels verzocht om de verkoop docking in Singapore mee te maken, dus ik moest wat langer aan boord blijven tot na de docking en dan naar huis vliegen. We kwamen weer in Nieuw Zeeland aan en daar was dus wel bekend dat dit de laatste keer was dat het schip in Nieuw Zeeland kwam en daardoor was er nogal wat belangstelling voor het schip door de pers, dus die kwamen vaak aan boord om te praten met de opvarenden, maar voornamelijk met de kapitein en hwtk. Onze hwtk had een plantenbak in zijn hut en daar stond een heel grote plant in en je kon zien dat die plant een goed leven aan boord had gehad. De hwtk vertelde de verslaggever dat hij 25 jaar voor die plant gezorgd had, maar dat hij hem helaas niet mee kon nemen naar huis. Hoe dan ook, hij maakte er een mooi verhaal van. En dat werd zo ook in de kranten afgedrukt met een foto van de hwtk en "zijn" plant. Maar de verslaggever had er ook het telefoon nummer van het schip bij gezet . De telefoon stond rood gloeiend . Allemaal mensen die die plant graag wilden hebben en er heel goed voor zouden zorgen. Nu heb ik wel begrepen dat je niet zomaar planten in mag voeren in Nieuw Zeeland . Het gevolg daarvan was dat vlak voor vertrek uit een haven de "MAF-ketels" (ambtenaren van het Ministry of Agriculture and Fisheries) even aan boord kwamen om te kijken of die plant nog steeds in de hut van de hwtk stond. Ik weet niet of het kwam doordat we een stuk van een schroefblad misten, maar we hebben in Nieuw Zeeland nog wel een krukpen metaal van één van de achterste cilinders moeten vernieuwen en verder zijn we ook maar gewoon doorgegaan met ons onderhoud schema. Het was een gezellige laatste kustreis in Nieuw Zeeland, maar toen we de Nieuw Zeeland kust verlieten kregen we te horen dat de verkoop docking in Lissabon zou plaatsvinden. Dat werd me toch een beetje te gortig dus heb ik de maatschappij verzocht me in Singapore af te lossen en dat gebeurde op 16 juni 1995. De hwtk had een barometer in zijn hut hangen en die was hij van plan om mee naar huis te nemen, maar hij had geen ruimte meer over in zijn bagage, dus die hangt nu bij ons in de gang .