Home | Wegwijzer | Verhalen | Geert Jan Leuning

Verlof 1994

Je bent lekker met verlof en dan krijg je bericht dat je weer moet gaan varen. En dan ben ik altijd wel benieuwd waar ik nu weer naartoe moet. Het is altijd wel jammer dat er niet in je monsterboekje staat waar je bent aangemonsterd, er staat alleen de datum en dat was 22 juni 1994, maar waar ik nu naar toe gevlogen ben weet ik niet meer, maar het zal wel Singapore geweest zijn, want het schip was de Nedlloyd Rosario. Die had ik al vaker gehad en dat vond ik wel een prettig schip om op te varen. Ik stapte aan boord op etenstijd en daar zat net de hele staf aan tafel. Dus ik stapte de messroom binnen. Daar zat ook de kapitein waar ik op de eerste term op de Musi ook mee had gevaren. Hij begon gelijk weer te zeggen: Oh, daar heb je hem ook weer! Jij weet het, als je niet doet wat ik zeg......! Hij kreeg geen kans om zijn zin af te maken want ik zei gelijk: Hoi, Rick, wat deden die afgezaagde bezemstelen in jouw hut op de Musi? Hij was gelijk stil. Hij was als de dood dat ik uit de school zou klappen. Ach, ik ken het kind al vanaf toen hij net 2e stuurman was en de rest van zijn rangen heb ik dus ook meegemaakt. Ik wist precies hoe ik hem aan moest pakken. Ik moet zeggen dat ik me ook niet altijd onbetuigd liet. Ik kon hem altijd over de rode krijgen door hem een Katteker te noemen. Dat is hij namelijk niet. Het is een Noordwijker en er schijnt soms wat kwaad bloed tussen deze dorpelingen te zijn en hij wilde geen Katteker genoemd worden, dus om een beetje te zieken noemde ik hem wel eens zo. De eerste stuurman kende ik ook al vanaf zijn 3e stuurman tijd. Een rare snuiter en niet leuk raar. Om Rick kon ik af en toe nog wel lachen, maar niet om deze eerste stuurman. Maar ja, je hoeft je collega's niet aardig te vinden, als je er maar mee kan werken. Dat was met deze collega wel een beetje moeilijk, Mijn voorganger was een oude school kameraad van me en dat was weer een blij weerzien. Hij heeft de zaak aan me overgedragen en hij kon met verlof en ik kon beginnen.

m.s. Nedlloyd Rosario, 1994

Nedlloyd Rosario

Als je net een Nedlloyd Musi achter de rug hebt is het reuze prettig om weer een rustig schip te hebben. Rustig is natuurlijk ook relatief, want op ieder schip gebeurt wel eens wat, natuurlijk. Maar over het algemeen beperkte het werk zich toch tot het normale onderhoud. Je hebt natuurlijk ook te maken met het rollend materiaal op deze schepen, maar ik had een 3e wtk die de boel goed kon onderhouden en dat scheelt een slok op een borrel. Kapitein Rick werd ook al gauw afgelost. Later heb ik gehoord dat de maatschappij ook hun buik vol had van hem en dat ze hem na deze reis met vervroegd pensioen hebben gestuurd. Of dat ook werkelijk s gebeurd weet ik natuurlijk niet, maar hij kwam niet meer op de bemanningslijsten voor, voor over ik weet. hadden echt wel een goede ploeg aan boord. Zoals ik gisteren al zei was de eerste stuurman een beetje een vreemde. We moesten onze verbruiks artikelen aanvraag insturen en dat moet gezamenlijk gebeuren. Ik had de mijne klaar en vroeg aan de stuurman hoever hij was. Bleek dat hij het al had ingestuurd omdat hij zijn eigen ordernummer wilde hebben. Wel ja! En dan komt het aan boord en dan wordt alles gedumpt in de garage. Daar staat het in de weg en dus wordt het gelijk naar onze werkplaats en elektrische werkplaats gebracht. Daar staat het ook wel in de weg, dus als je even tijd hebt ruim je het zo snel mogelijk op. Maar de dek stores en machinekamer stores zitten door elkaar. Dus je checkt gewoon alles op en brengt het naar de verschillende kasten aan boord waar het volgens de lijsten moet liggen. Zowel de dek stores als onze eigen. Daar kreeg ik dus ruzie over met de eerste stuurman. Die had het zelf uit willen pakken en opruimen en opchecken. Hij kon op de bijgeleverde lijsten zien dat alles er was en dat het opgeborgen was op de juiste plaatsen. Maar hij wilde het zelf doen. Nou, dat moest hij dan maar doen aan de hand van de lijsten, want ik was niet van plan om alles weer uit de kasten te halen zodat hij het opnieuw kon checken. In mijn ogen mocht hij allang blij zijn dat wij dat allemaal al gedaan hadden. Maar ik kan me daar ook niet verder druk over maken. Hij had ook nogal eens de gewoonte om op zee 's middags te gaan ballasten. Nou kan je daar geen bezwaar tegen hebben, natuurlijk, maar aangezien dat wel een tijdje duurde ging hij intussen wat anders doen. En dan vergat hij het ballasten of hij was te laat en dan waren de tanks vol. Het water stroomde dan naar achteren. Ook niet zo erg. Maar zeker als we paarden aan boord hadden stond de "voordeur" op zee vaak open. Het water stroomde dan van het hoofddek door de voordeur, over de midden ramp naar achteren. En in die midden ramp zat het storeluik naar de machinekamer en die is niet waterdicht, dus een groot gedeelte van dat water stroomt dat de machinekamer in en dat is niet leuk als je daar net onder aan het werk bent. Het kan een keer voor komen, maar als het regelmatig gebeurt wordt het vervelend. Het vreemde was ook dat het alleen bij de eerste stuurman voorkwam. Als de tweede stuurman of een MO aan het ballasten was gebeurde dit niet. Maar dit zijn maar kleine ergernisjes, verder liep het allemaal prima. En ook de eerste stuurman ging na een tijdje met verlof, dus waar maak je je druk om!

De kapitein en eerste stuurman gingen al gauw met verlof, beide naar Australië en een nieuwe kapitein en eerste stuurman waren aan boord gekomen. Dat maakte alles wel wat gemakkelijker. En in juli kwamen in Jakarta mijn vrouw en dochter aan boord, vergezeld van drie MO’ers. Dat had nog wat voeten in de aarde omdat ze onderweg van het vliegveld naar Jakarta op de snelweg een aanrijding kregen, waardoor het busje, waar ze in zaten, er niet beter van werd. Gelukkig waren de inzittenden er redelijk vanaf gekomen. Wat blauwe plekken en schaafwonden, die met wat pleisters, die mijn vrouw altijd bij zich heeft, verbonden konden worden. Tja, een slimme meid is altijd voorbereid. Ze zijn tenslotte bij hun hotel aangekomen. De volgende dag zouden ze met een bootje naar het schip gebracht worden die buitengaats voor anker lag. Maar toen ze vlak bij het schip waren begon die te varen om naar de kade te gaan. Wij wisten van niets dat de nieuwe mensen onderweg waren, dus ze zijn maar achter ons aan gevaren en aan boord gekomen toen we tegen de kant lagen. En daar waren ze dan. Dat maakt het varen toch een stuk leuker als je je familie aan boord hebt. En, zoals gewoonlijk kregen we in Nieuw Zeeland natuurlijk weer paarden aan boord. Met verzorgsters. Kim kwam aan boord, maar de andere dame was een Amerikaanse en de eigenares van een paar van die paarden, heb ik begrepen. Hoe dan ook, ze voer mee en haar man en schoonvader vlogen naar Jakarta voor zaken of wat dan ook. Nu wilde het geval dat deze Amerikaanse een beetje verliefd werd op onze derde wtk en die had daar, zo te zien, geen bezwaar tegen. Nu is het probleem met een derde wtk op deze schepen dat hij de man is voor het rollend materiaal en dat wordt het meest gebruikt in de haven, dus de man kan amper de wal op. Nou ben ik van mening dat je ontluikende liefde een kans moet geven, Ik had zelf de wacht, de wereld kampioenschappen voetbal waren aan de gang en als je in een haven ligt kan je de wedstrijden vaak wel volgen. Dus ik heb tegen mijn derde wtk gezegd dat hij el de wal op kon gaan met zijn vriendin en dat ik wel voor het rollende materiaal zou zorgen. Hard werd er toch niet gewerkt omdat de wharfies waarschijnlijk ook naar het voetbal wilden kijken. We zaten naar een wedstrijd van België te kijken en we hadden al flink wat doelpunten gezien toen een MO’er binnen kwam en me vertelde dat er een Terberg voor de ramp stond en dat één van de achterwielen naast het voorwiel stond. Ik dacht eerst dat hij de boel een beetje in de maling stond te nemen, maar helaas was het echt waar. Dus het vette pak maar weer aangetrokken en eerst maar eens gezorgd dat de Terberg en het achterwiel in de garage kwamen door de kleine vorklift truck aan de achterkant te zetten en zo de boel naar de garage te drukken. De band plus velg moest toen van de naaf gehaald worden en alle bouten zitten natuurlijk muurvast. Toen moest de naaf uit elkaar. Daar zit een planetair tandwielstelsel in en die moest gecontroleerd worden op beschadigingen. Zo konden we ook constateren dat de opsluitring niet goed geborgd had gezeten en in de loop der jaren was losgewerkt, want ik denk niet dat die naaf sinds nieuwbouw open was geweest. Alleen olie verversen is meestal voldoende. Er was gelukkig niets beschadigd en we konden de zaak weer opbouwen en de zaak nu goed borgen. Maar dan ben je wel een uur of vier/vijf verder. Ach, het houdt je van de straat. En de derde wtk wond het wel grappig dat ik dat voor mijn kiezen had gehad en hij niet.

Op 13 augustus vierde onze dochter haar 13de verjaardag aan boord van dit schip. Dit was echter geen uitzondering omdat ze vanaf haar derde bijna alle verjaardagen aan boord van één van onze schepen vierde. En aangezien ikzelf op 31 augustus jarig ben hadden we toen ook nog een feestje en een feestje is tenslotte nooit weg. Aangezien mijn vrouw en dochter het meevaren fantastisch vonden, zorgde ik er altijd voor om met de grote vakantie aan boord van een schip te zitten door, als dat nodig was, de term wat te verlengen. Een hoop van mijn collega's wilden om die tijd liever thuis zijn en zodoende had ik er eigenlijk nooit moeite mee om gedurende deze tijd aan boord te zitten, want onze indelers waren er ook wel blij mee. En zo gauw we ergens tegen de kant lagen zag je een paar stofwolkjes in de verte verdwijnen. Mijn beide meisjes die op verkenning uitgingen om te zien wat er allemaal te beleven viel. Aangezien er ook aan boord nog een beetje gewerkt moest worden kon ik niet vaak mee, maar zij amuseerden zich wel zonder mij. Op zee, als we niet zoveel lading in hadden, gaf ik mijn dochter soms rijles in de ruimen met de kleine vorklift. Dan pikten we ergens een paar lege pallets op en die werden dan heel ergens anders weer neergelegd, later weer opgepakt en in een ander deel weer neergelegd. Ze kon er eigenlijk best aardig mee omgaan. Ze hebben het prettig gehad aan boord, maar half september gingen ze vanuit Singapore weer naar huis en ik moest nog even door en dan ben je weer zonder familie. Niet leuk, maar het hoort nu eenmaal bij dit beroep.

Gedurende deze term waren er ook een stel Amerikanen aan boord die kennelijk van plan waren om de Japanse Ro-Ro's over te nemen voor hun marine. Overal hingen 'snifters' om te controleren of er ook asbest aan boord was en iedere keer als ik de ramp ophaalde of neerliet was er een Amerikaan bij me die precies wilde weten waar we op letten bij deze handelingen, de hoeken waarop de verschillende onderdelen moesten hebben voor de volgende fase en zo voorts. Alles wat je zei werd in een voice recorder opgenomen. Best vermoeiend om alles uit te moeten leggen.

Toen mijn vrouw en dochter in Singapore naar huisgingen hadden ze goed gezelschap omdat de hwtk, de kapitein en één van de MO’ers ook met verlof gingen en we daar dus nieuwe mensen voor terug kregen en zo kreeg ik mijn derde kapitein van deze term en tweede hwtk.

Onze scheepstechnicus had een hekel aan één van de MO’ers en andersom was ook het geval. Ze hadden samen vaker met elkaar gevaren en toen was de vijandigheid kennelijk ontstaan. Nu had de MO’er wel een hoge dunk van zichzelf, moet ik toegeven, maar ik duld geen ruzies en mijn machinekamer dus ze konden zich tijdens het werk maar beter inhouden en dat deden ze ook. Nu wilde het geval dat we deze keer ook naar Sydney gingen om lege containers op te halen. We lagen er wat langer dus we hadden mooi de gelegenheid om een zuiger en voering te trekken. We lagen dus 's avonds in Sydney en een stel van de jongere officieren gingen de wal op en in Sydney is best wat te beleven. De volgende morgen kwam het zooitje de machinekamer weer in en de bovenstaande MO’er zag eruit! Dichtgeslagen ogen en hier en daar wat beschadigingen. Ik vroeg hem of hij tegen een trein was aangelopen. Een andere MO’er gaf antwoord: Een meisje heeft hem geslagen. En een derde: Het was ook nog een klein meisje. Ik heb het slachtoffer naar bed gestuurd, want ik had er niets aan, want hij kon amper uit zijn ogen kijken en we gingen door met ons werk. Tijdens pikheet kwamen de verhalen natuurlijk wel los. Ze waren ergens geweest en daar waren dus ook een stel jonge vrouwen. Volgens de jongens had één van die meisjes zich nogal uitdagend gedragen. Onze MO’er had dat als toestemming gezien om zijn handen te laten wapperen op plaatsen waar het meisje niet van gediend was. Zoals ik al zei, de MO’er was nogal vervuld van zichzelf. Het meisje, die kennelijk niet zo groot was, had twee maal uitgehaald. Ze had kennelijk een goede punch over zich, want het resultaat was er naar. Onze scheepstechnicus had me gezegd dat hij af en toe even weg zou zijn. En dat was hij af en toe ook, heel eventjes maar. Ik vroeg me af wat hij aan het doen was, dus ik ben hem nagelopen. Hij ging naar de hut van het slachtoffer en zorgde ervoor dat die niet ging slapen, of zoals hij het slachtoffer toebeet: Wij werken en jij lekker slapen omdat je zo stom geweest bent om je handen te laten wapperen? Had je beter aan je werk kunnen besteden. Wakker blijven, jij! Ik zal wel een raar gevoel voor humor hebben, maar ik vond het wel grappig.

Als je nieuwe mensen aan boord hebt gekregen, dan gaat er wel eens was mis. Je hebt zo van die standaard dingen aan boord en als die niet worden doorgegeven, dan mislukt wel eens iets. Die kleine regeltjes staan eigenlijk nergens beschreven maar zijn ontstaan uit bedrijfservaring. Een van die ongeschreven regeltjes is dat als de stabilizers uit zijn geweest en ze zijn niet meer nodig en worden weer ingetrokken, dat daarna iemand even bij de stabilizers gaat kijken of ze goed binnenboord geborgd zijn. Dat was gewoon standaard praktijk. Maar nu dus even niet. Dan kom je in de machinekamer en daar hoor je flinke klappen door het schip gaan. Dat had ik nog niet eerder meegemaakt en ik wist ook niet dat de vinnen uit geweest waren. Maar je krijgt al gauw een idee waar het geluid vandaan komt. Je kruipt dan het luik door en met de ladder helemaal naar beneden. Die stabilizer was dus niet geborgd en weer half naar buiten gezakt en klapte tegen het schip aan. Nu kan je weer omhoog klimmen, naar de MK gaan en de brug bellen dat ze de vinnen even weer uit moeten zetten en dan weer in moeten klappen, maar dan moet je weer beide vinnen controleren of ze geborgd zijn. Dus ik dacht: Ik pomp hem wel met de hand binnen, ik ben hier nu toch. Viel dat even tegen! Niet dat het pompen zo zwaar ging, maar het pompje had maar een slag van zo'n 10 cm en een kleine diameter, dus je moest heeeeeeel lang pompen, tot je armen zowat van je lijf vielen. Maar ik heb hem binnen gekregen en weer wat geleerd. Toch in het vervolg maar heen en weer lopen. Is toch gemakkelijker.

En toen waren we in Bluff. En de ramp moest neer. Er stond een flinke storm en de wind stond pal op de achterkant van de ramp. Nu schijnt er een bepaalde windkracht te zijn waarbij je de ramp beter niet kunt laten zakken. Ik weet niet meer precies wat die windkracht is, maar toen zaten we er erg dicht bij, maar de kapitein zat keihard te beweren dat we die windkracht nog niet bereikt hadden. Als je dan met die ramp bezig bent staat het zweet je wel in de bilnaad terwijl het daar hartje winter is. En als het tweede gedeelte van de ramp dan ook nog omhoog komt zodat, als je een beetje pech hebt, de wind daaronder kan slaan, dan heb je het niet best. Stoppen en terughalen is dan ook geen optie meer. Het is uiteindelijk gelukt, maar het was geen leuke bezigheid. Later bleek dat de windkracht het maximum van de ramp had overschreden. Die ramp kan dan wel zo'n 450 ton wegen, maar het is ook een heel groot oppervlakte. Maar ik was op dat moment niet erg blij met onze kapitein!

Maar aan alles komt weer een eind en dus ook aan deze term. In Singapore, op 26 oktober 1994, ben ik afgemonsterd en kon ik weer naar huis om te genieten van een welverdiend verlof