Home | Wegwijzer | Verhalen | Geert Jan Leuning
m.s. Nedlloyd Kingston, 1984 - '85

In november kreeg ik bericht dat mijn volgende schip de Nedlloyd Kingston zou worden en dat ik naar Durban zou moeten vliegen en de datum dat dat zou gaan gebeuren. Twee dagen voor die tijd heb ik mijn koffers maar eens tevoorschijn gehaald en daarna uitgebreid koffie gaan drinken. De telefoon ging. Het kantoor. Het schip lag op vertrek en ik moest 's middags on 15:00 op Schiphol zijn. Ik zei dat ze dat wel konden vergeten omdat ik dat nooit zou gaan halen vanuit de plaats waar we toen woonden. Of ik dan het toestel van 1300 vanuit Eelde zou kunnen halen. Ik zal het proberen, maar ik beloof niets. Koffers vol gegooid, achter in de auto en naar vliegveld Eelde. Dat haalde ik net. Normaal gesproken neem ik altijd afscheid van mijn ouders en schoonouders, maar daar was geen tijd meer voor en daar heb ik nog steeds de pest over in omdat ik mijn schoonvader nooit meer gezien heb, omdat hij tijdens deze term is overleden. Dus ik was op tijd op Schiphol en vloog naar Durban. Het schip lag inderdaad op vertrek. Ik heb overgenomen van mijn voorganger en de volgende dag vertrokken we. Naar Richardsbay waar we anderhalve dag hebben gelegen en toen voeren we weer terug naar Durban waar we nog 14 dagen bleven liggen, dus waar al dat haastige gedoe nou allemaal voor nodig was, temeer daar mijn voorganger ook al verbaasd was dat ik hem al kwam aflossen. Hij had ook verwacht dat ik pas na Richardsbay aan boord zou komen. Maar ik was er nu, dus ging hij naar huis nadat we samen even rondgelopen hadden. Ik kende het schip helemaal niet, maar dat vind ik nooit zo erg. Persoonlijk houd ik er wel van om steeds een ander schip te krijgen. Er was ook een 4e wtk nieuw aan boord gekomen die het schip ook niet kende. Maar de derde wtk en de hwtk kenden het schip wel. Maar in Zuid Afrika zouden zij ook afgelost worden dus dan zaten er vier nieuwe wtk's aan boord. Dus we hadden een beetje haast om ingewerkt te worden, maar dat was ook niet zo'n probleem. Gedurende de Zuid Afrika kust wenden we wel en raakten we vertrouwd met de machinekamer. Op de oversteek van Kaapstad naar La Quaira in Venezuela kregen we ook de tijd om er achter te komen wat voor bemanning er aan boord zat. Een goed stel en een geweldige fitter die alles kon en ook nog alle lasdiploma's had die er zo'n beetje waren. En dat was reuze handig omdat er ook aan dek nogal het een en ander mankeerde. Weggerotte fundatiebouten van winches, lekkage door pijpen waar elektrische kabels doorheen liepen, vooral die van de ruim schakelaars. Er was nogal het een en ander te doen. In de MK was alles wel goed voor elkaar. Dus de fitter ging lekker aan dek tekeer totdat we geen materiaal meer hadden. En zo vermaakten we ons wel.
We hadden een goede ploeg in de machinekamer. Aan dek was dat wat anders. Volgens mij boterde het niet zo goed tussen de kapitein en de eerste stuurman. De kapitein maakte zijn eerste reis als kapitein en meende de anderen een beetje (boeltje) arrogant te bejegenen en dat werd niet zo geapprecieerd. Hij had kennelijk ook de CD een beetje tegen zich in het harnas gejaagd. Op een zaterdag zaten we aan tafel bij een Hollandse rijsttafel en het kommetje spekkies was volgens hem niet warm genoeg en dat meldde hij op een vrij onbeschofte manier aan de bediende. Die kwam later terug met de metalen kom. Die was kennelijk zo op de hotplate in de kombuis neergezet totdat het spekvet begon te borrelen. Toen de bediende het terugbracht gebruikte hij een servet. Dat deed de kapitein niet. Het siste en onze kapitein zei een lelijk woord. Ik denk dat hij daar wel een paar brandblaren aan overgehouden heeft. De tweede stuurman had kennelijk ook een poos bij de marine gevaren en dacht dat hij overal zijn mensen voor had. Hij belde me midden in de nacht op om te vertellen dat in één van de kranen een zekering defect was. Dus ik zei: Dan draai je er toch een nieuwe in. Ik wist dat de onderste la van het bureau in het dek kantoor vol lag met zekeringen. Zijn antwoord was: Daar ben ik niet voor. Mijn antwoord: Ik ook niet, welterusten en ik heb me omgekeerd en ben verder geslapen. De volgende morgen draaiden alle kranen nog. Maar ik ben later toch even met de tweede stuurman gaan praten. Ik heb hem verteld dat hij zo iets nooit meer moest flikken. Als de zekeringen gelijk weer doorpiepen of als er geen juiste zekeringen meer zijn dan mag hij me best porren, maar voor een zekering indraaien, never nooit niet!
Trouwens, er was net een schrijven van de maatschappij geweest dat de heren stuurlieden kleine reparaties zelf moesten uitvoeren. Hij vroeg me wie zou bepalen of het een kleine reparatie was. Ik kon hem vertellen dat dat juist het leuke was, omdat ik dat zelf zou zijn. Hij heeft me daarna niet meer gebeld voor het vervangen van een zekering. De derde en 4e stuurman waren wel goede gasten. Onze hwtk was ook een gezellige vent. Ik stond met de hwtk te praten toen de 4e stuurman langsliep met de grootste schroevendraaier die we in de machinekamer hadden. De hwtk keek hem bezorgd na en mompelde: Een 4e stuurman met een schroevendraaier is gevaarlijker dan een aap met een scheermes! Natuurlijk had ik mijn gezicht in een plooi moeten houden maar ik had tranen in mijn ogen van het lachen. Niets ten nadele van de 4e stuurman hoor, maar de manier waarop de hwtk dit zei vond ik bijzonder amusant. Na La Guaira gingen we door het Panama kanaal naar San Francisco. Daar was ik nog nooit geweest, maar we bleven er maar één nacht over en ik had de wacht. We hadden wel heel veel materiaal in San Francisco besteld en we hebben daar ook gebunkerd.
Bunkeren in Amerika is ook een aparte ervaring. Er was een hele lijst aan boord waar je je aan had te houden. Er moest een schema van de bunkerleidingen bij het bunkerstation aanwezig zijn, een sound powered telefoon verbinding met de machinekamer en nog een heleboel onzin dingen. Ik had de flenzen van de bunkerleidingen al losgehaald, maar toen kwamen er twee gasten van de Coast Guard controleren. De bunkerboot of de slangen waren er nog niet, dus die flenzen mochten er nog niet af in verband met gevaar voor lekkage. Gelijk achter de flenzen zaten grote afsluiters en die stonden dicht. Daar hadden ze niets mee te maken, die flenzen moesten er weer op. Dus ik zette de flenzen er weer op en zette ze met vier van de acht bouten vast. Dat mocht ook niet, alle acht bouten moesten vastgezet worden van beide bunkerleidingen. Uiteindelijk werden de bunkerslang aan boord gehesen. Eerst zware olie, dus die flens weer los en slang aangesloten en we konden beginnen. Nee, toch nog niet want ik had de diesel olie flens ook weer losgenomen omdat ik niet wist wat er ging gebeuren. Die moest weer vast, met acht bouten en moeren. Het schema hing erbij, dus ik liet het die coast guard mensen zien, dat het twee gescheiden systemen waren en wat er in de ene bunkerleiding naar binnen ging kon nooit weer uit de andere bunkerleiding komen. Maar je kon aan hun ogen zien dat ze de ballen van dat schema begrepen, dus flens er maar weer op. Het is me wel opgevallen dat als je een niet erg slimme Amerikaan een uniform aantrekt, ze toch wel wat nazi trekjes krijgen. Maar verder is het bunkeren zonder problemen verlopen. We kregen dus ook veel materiaal aangeleverd. Daar kregen we later een schijtbrief over van de afdeling inkoop. Dat hadden we in Zuid Afrika moeten kopen omdat het daar een stuk goedkoper was. Ik wilde daar eigenlijk nog een "vriendelijk" briefje over terug schrijven, maar onze hwtk vond dat ik ze maar moest laten kletsen en dat heb ik toen maar gedaan.
Aan de voorkant van de accommodatie was een winchdek. Daar stond ik eens om naar het laden en lossen te kijken. De 4 stuurlui stonden ook op dat dek. Er werden containers geladen in het BB ruim, maar het schip lag ook krom over BB. Aan de buitenkant stond al een container in het ruim en nu moest er één naast komen te staan aan de binnenkant. De kraandriver probeerde het steeds, maar als hij de container liet zakken kwamen de hijsrepen tegen de coaming van het ruim en werd te container naar BB geduwd en kon dus niet op zijn plaats komen omdat die andere container er al stond. Ik dacht: ik bemoei me er niet mee, dat is niet mijn werk. En de 4 stuurlui stonden er tenslotte met hun snufferd bovenop. Ik heb het twintig minuten aangezien en toen kon ik het toch niet laten. Ik heb wat krachttermen gebruikt en hun verteld dat ze eens uit hun doppen moesten kijken omdat die kraandrijver al 20 minuten vlak voor hun neus probeerde een container te laden en dat ze maar gauw het schip eens moesten recht pompen omdat het dan wel wat beter zou gaan. Het speet me wel dat ik ze in een zeer interessant gesprek moest storen! Na San Francisco gingen we naar Vancouver Washington, maar daar heb ik ook niet veel van gezien. We moesten een heel stuk de Columbia River op en vanuit Vancouver kon je een brug oversteken en dan was je in Portland Oregon. Het is maar dat je het weet. De volgende haven was Vancouver BC in Canada. Daar ben ik wel de wal op geweest en heb was door Gastown gelopen en dat vond ik wel aardig. Daarna zijn we nog in een stel havens geweest die de naam haven eigenlijk niet waard waren. Het waren eigenlijk papier fabrieken met een kade en we bleven nergens lang liggen. En toen vertrokken we weer naar de volgende haven, Fremantle in West Australië, een flinke oversteek.
Van de oversteek van Canada naar Fremantle weet ik niet zoveel meer. We deden onderhoudswerk in de MK en aan dek en verder waren we druk bezig met het afscheidscadeau voor onze hwtk. Besloten werd dat we een 8" bahco van brons zouden maken en dat werd nog een hele klus. De hwtk wilde zijn afscheidsfeest graag in Durban houden. Zijn vrouw en zoon zouden voor dat feest over komen uit Nederland en hij had in Durban een hoop kennissen zodat het wel een drukke bedoening zou worden. Wat ik me nog wel kan herinneren is dat we ten zuiden van Australië langs gingen en dus ook door de Australian Bight voeren. Het was warm en windstil, het was zondagmiddag en ik was net een kijkje op de brug gaan nemen. Daar zag ik schepen in de lucht varen, een heel eind boven de horizon en de schepen voeren onderste boven. Ik begreep wel dat dat een luchtspiegeling was, maar ik had het nog nooit eerder gezien. Ik neem aan dat de stuurlui dit wel vaker zien, maar beneden in de MK zie je zulke dingen niet zo vaak.
Dit schip was uitgerust met kleine containers als store ruimte voor de hofmeester. Het lag oorspronkelijk in de bedoeling dat die containertjes in hun geheel verwisseld zouden worden, maar dat heb ik niet mee gemaakt. Die containertjes waren in zessen gedeeld door hekwerken en ze hadden zes deuren. Een compartiment was voor de opslag van bier. In Australië en Zuid Afrika moesten we extra betalen voor ons bier. De bierstore werd daar ook verzegeld. Dus de hofmeester zorgde ervoor dat die bierstore helemaal vol stond, dus als je de deur open deed keek je tegen een muur van Heineken dozen. Maar aan de andere kant kon je een spijl weghalen en kon je gewoon de bar weer volstoppen met bier. Aan de voorkant bleef die muur gewoon staan dus leek het net of er niets uitgehaald was. In de hutten hadden we een relax fauteuil staan, geweldige stoelen waarvan je de rugleuning kon laten zakken en dan kwam we een voetensteun omhoog. Ook erg handig, want achter die voetensteun kon precies een doos bier staan en dat was niet te zien met de rugleuning rechtop. En om helemaal zeker te zijn dat we overal genoeg bier hadden had ik diverse dozen bier op het rek van de reservedelen magazijn gezet, gewoon open en bloot, er met viltstift "Used spare parts" op gezet en de dozen daarna behandeld met spoellucht shit zodat ze er niet uitzagen. Daar maakte niemand van een zoekploeg zijn handen aan vuil! En zo bereikten we Fremantle. Daar ging de 2e stuurman met verlof. Die was zo lang in de loodsen hut gaan zitten. Er kwamen twee douane mensen kijken wat hij in zijn koffers had om zo het vertrek van het schip makkelijker te maken. Maar die hut was tegenover de hut van de eerste stuurman en die was heel omslachtig bezig om een fles jenever kunstig in te pakken en in een tas te stoppen. Hij zou bij kennissen op bezoek gaan en probeerde en fles jenever mee te smokkelen onder toeziend oog van die twee douane kerels. Ik kwam net mijn post bij de 2e stuurman inleveren, dus ik zag alles. De eerste stuurman had niet in de gaten dat die twee douanekerels daar stonden, dus toen hij met zijn tas zijn hut uit kwam vroegen die douanemensen gelijk of ze even in zijn tas mochten kijken en kwam die fles tevoorschijn. Gepakt! Die douane kerels spraken de eerste stuurman ernstig toe en toen zeiden ze: Doe toch niet zo stom. Zo moeilijk zijn wij toch niet! Neem nou maar mee, maar zeg het ons in het vervolg even. Toen de stuurman weg was hadden die twee kerels wel lol. Het bleken dus best geschikte lui te zijn.
Na vertrek Fremantle kwam de kapitein bij me. Hij had besloten dat het afscheidsfeest voor de hwtk op de oversteek naar Durban zou plaatsvinden. Ik zei hem dat de vrouw en zoon van de hwtk naar Durban zouden komen om dat mee te vieren en dat het dus een beetje vreemd was dat hij opeens besloten had om het op de oversteek te doen. Hij zei dat het helemaal niet zeker was dat ze zouden komen en dat het zijn besluit was. Ik vertelde hem dat hij dat dan in zijn eentje kon gaan vieren, omdat wij het in Durban zouden vieren. Daar werd de kapitein flink nijdig over, maar dat kon me niet schelen. De hwtk ging er ook van uit dat het in Durban zou gebeuren en nu bepaalde de kapitein opeens anders? Never nooit niet! Dat ging dus even hard tegen hard en uiteindelijk zei de kapitein dat hij er verder zijn handen van af trok, maar wel zou zorgen voor de financiën (Hij? de maatschappij dus). Dat vond ik een heel goed idee. Maar met die opmerking van me was hij ook niet blij. Hij dacht zeker dat hij onmisbaar was en wij hadden liever dat hij zich er helemaal niet mee zou bemoeien. De volgende dag kwam de eerste stuurman bij me. Het boterde al niet zo erg tussen de kapitein en eerste stuurman en nu was de eerste stuurman zeer verbolgen, want hij had net zijn conduite van de kapitein gekregen en daar werd de eerste stuurman in afgebrand. Logisch dat hij goed giftig was. Ik hen hem een beetje bemoedigend toegesproken, maar verder kon ik ook niets doen. De volgende dag kwam er een telegram van de maatschappij waarin stond dat de eerste stuurman in Durban afgelost zou worden omdat hij kapitein moest worden op een ander schip. Tja, als de maatschappij de stuurman geschikt vindt voor promotie kan onze kapitein natuurlijk geen slecht conduite opsturen, dus hebben ze samen een nieuwe conduite opgemaakt. Dus eigenlijk was de kapitein zo sterk als een nat vloeitje en durfde hij niet achter zijn eigen besluit te blijven staan.
We hadden op dit schip ook een zeer speciale airconditioning compressor. Ik heb hem nooit uit elkaar gezien en me er ook niet in verdiept. Het ding had twee standen, aan en uit en verder was er, voor zover ik weet, niets aan te regelen. Het ding maakte een pestherrie en volgens verhalen was het een soort wankel motor die aangedreven werd door een elektro motor. Het werkte en het was koel in de opbouw, dus niet aankomen. De tv aan boord stond in het schaft hok en als je een keer een film wilde kijken kon je beter thermische kleren aandoen, want het was daar wel een beetje frisjes (zeg maar koud!). En zo kachelden we richting Durban. Ons cadeau was klaar en één van de wipers is dagen bezig geweest met koperpoets op de bahco om ieder krasje eruit te poetsen. Ik moet erbij zeggen dat onze fitter een fantastisch stuk werk heeft geleverd. Wij hebben er ook wel iets aan gedaan, maar dat was meer het grove werk. Alle eer was voor onze fitter. We waren ook met de hoed rond geweest om in Durban ook nog een paar dingen voor de hwtk te kopen.
We zijn in Durban aangekomen en daar zouden we nog wel een tijdje blijven liggen. De uitnodigingen voor het afscheidsfeest voor de hwtk waren de deur uit, de vrouw en de zoon van de hwtk waren gearriveerd en de laatste voorbereidingen waren getroffen. Willem Kruk kwam aan boord en daar heb ik even mee gepraat. Ik had namelijk een stukje hardhout nodig om de bahco op te monteren en ik wilde de bahco ook laten graveren met de naam van het schip. Als er zoiets gecreëerd is kan je moeilijk slagletters gebruiken, nietwaar? Willem Kruk zou daar verder voor zorgen. Toen hij het geheel terug kwam brengen vertelde hij me dat de juwelier, die het graveerwerk gedaan had, had gevraagd of er misschien een deklaag op de bahco zat. Maar dat was niet zo, solide brons. Daardoor kon de juwelier dieper graveren en die man had goed werk geleverd. Aangezien onze hwtk veel op Zuid Afrika had gevaren had hij daar vaak gedokt en met allerlei reparatie firma's gewerkt en die waren allemaal uitgenodigd. En eindelijk was de grote dag daar. Het schip was afgeladen vol met gasten en we hebben onze hwtk een geweldig afscheid gegeven met de nodige toespraken (niet te lang) en cadeaus. En als laatste konden we hem de bronzen 8" Bahco aanbieden. Ik moet zeggen dat dat een daverend succes was. Als je een hele lading techneuten van technische bedrijven bij elkaar hebt en die zien zo iets, dan kunnen die wel zo'n beetje nagaan hoeveel werk daarin heeft gezeten en die waren onder de indruk. Ik heb ze ook allemaal verteld dat dit het werk geweest was van onze fitter en iedereen was behoorlijk onder de indruk en onze hwtk was er ook zeer blij mee. Het was een geslaagde dag en een geslaagd feest. De hwtk zou nog wat langer in Zuid Afrika blijven met vrouw en zoon en moest wachten op de nieuwe hwtk die een paar dagen later aan boord zou komen.
Het feest is achter de rug, we hebben een nieuwe hwtk en daar moeten we natuurlijk ook even aan wennen. Het was verder een geschikte kerel, maar hij had één nadeel. Hij had een hobby en als een hwtk een hobby heeft is het uitkijken geblazen. De hobby van deze man was: de viscotherm. Aan boord van dit schip was een iets andere viscotherm dan ik gewend was. Normaal wordt dan een kleine hoeveelheid brandstof rond en door een capillair gepompt en het verschil in druk is dan de mate van viscositeit en aan de hand daarvan wordt de temperatuur van de brandstof geregeld. Het ding dat wij hier aan boord hadden werkte met een stilstaande en draaiende schijf met brandstof er tussen en er omheen, maar ook hier was het drukverschil een mate voor de viscositeit en werkte dus nagenoeg hetzelfde. Maar volgens onze nieuwe hwtk werkte het ding niet helemaal goed. Dat vonden we wel een beetje vreemd want we waren er net de hele aarde mee rondgevaren en dat was prima gegaan. Maar de hwtk was niet tevreden en begon er aan te sleutelen en te doen en voordat we de zuid Afrika kust af waren deed de viscotherm het helemaal niet meer. Het apparaat ging de laatste haven in Zuid Afrika de wal op, werd nagekeken en gekalibreerd en we kregen hem weer terug en we vertrokken naar Venezuela. Wat dat geintje gekost heeft weet ik niet. Op de oversteek begon de hwtk weer over het feit dat de viscotherm nog steeds niet goed was en hij wilde er weer aan beginnen maar ik tekende wat bezwaar aan. Ik vroeg wat nu een paar graden Engler of een paar seconden Redwood van invloed waren op het werken van de hoofdmotor. Niets! En als hij vond dat de brandstof wat warmer moest zijn konden we de viscositeit iets lager zetten waardoor de temperatuur zou stijgen, maar dan zouden we in ieder geval een stabiel bedrijf houden. Dus laat het nu maar zo! Ik had ook tegen de andere wtk's gezegd dat ze me gelijk moesten waarschuwen als de hwtk met gereedschap weer naar de viscotherm zou gaan. Hij heeft het op de oversteek niet meer geprobeerd.
Vanuit La Quaira zouden de hofmeester en ik met verlof gaan. Onze opvolgers waren aan boord en we hadden de zaak overgedragen. Ze hadden in Venezuela wel een aardig systeem tegen smokkel. We zouden 's avonds vliegen, maar in de morgen stond de agent met een busje bij de gangway en er was ook een douane officier. Onze grote bagage werd ingeladen en we werden rechtstreeks, samen met de douane man, naar het vliegveld gereden, de bagage werd ingechecked en daarna ging de douane man weer weg en wij waren vrij. Nu is er overdag in La Quaira niets te beleven dus hebben we eerst enige tijd op het kantoor gezeten, maar daar was ook niet veel aan, dus we vroegen de agent om ons maar weer terug te brengen naar het schip, dan konden we daar de mensen nog een beetje van het werk afhouden, wat eten enzovoorts. We vermaakten ons wel. Intussen hadden we ook al van de agent gehoord dat het toestel van de Air France vertraging had, dus het werd steeds later. Opeens stond daar de agent die ons vertelde dat het toestel helemaal geen vertraging had en dat we als de donder naar het vliegveld moesten. We grepen onze hand bagage, springen in de auto en zijn met zo'n 120 km/uur door La Quaira gescheurd naar het vliegveld. Daar riep iedereen: Doorlopen, doorlopen en dat deden we. Naar het vliegtuig, het vliegtuig in en de deur ging gelijk achter ons dicht. Allemaal kwade gezichten van bemanning en passagiers want we hadden met zijn tweeën het vliegtuig als een half uur opgehouden. Het bleek dat er een nieuwe regel of zoiets ingevoerd was. Als de koffers van passagiers al aan boord waren moesten de passagiers ook mee, of ze moesten die koffers weer uit het toestel halen, of zoiets. Maar het was duidelijk te zien dat ze niet blij met ons waren. Gelukkig moesten we op Curaçao overstappen dus we hebben niet veel last gehad van zure Fransen. En vandaar vlogen we naar Schiphol. De hofmeester zei dat als we bij de Nederlandse douane op Schiphol gevraagd werden waar we vandaan kwamen, dan moesten we Venezuela zeggen en als ze vroegen wat we daar gedaan hadden dat het een business trip geweest was. En ze vroegen het ons. Venezuela, daar kwamen we vandaan. En wat we daar gedaan hadden? De hofmeester begon gelijk: Business te roepen en ik zei: We komen van een schip en we gaan met verlof. De douane mensen moesten een beetje lachen en zeiden: Loop maar door en prettig verlof, dus we liepen door. De hofmeester was wat verbolgen dat ik me niet aan de afspraak had gehouden en vroeg me waarom ik dat niet gedaan had. Ik vroeg hem: Heb jij je koffers vooruit gestuurd naar het schip? Hij keek me stom verbaasd aan en vroeg: Hoe weet jij dat? Ik kon hem vertellen dat er grote oranje stickers op zijn koffers zaten waar "NEDLLOYD" op stond. Die douane kerels zijn ook niet achterlijk en als ik ook begonnen was met "business" te roepen hadden we hier vanavond nog gestaan en daar had ik geen zin in.
Afmonsteringsdatum: 15 april 1985