Home | Wegwijzer | Verhalen | Geert Jan Leuning
Nedlloyd Albany, 1983

Na een goed verlof kreeg ik weer bericht dat ik weer naar zee mocht. Je monsterde toen nog in Rotterdam en dat was op 21 april 1983. Enkele dagen daarna vloog ik naar Jakarta om aan boord van de Nedlloyd Albany te stappen. De A-schepen kende ik wel en ik had de Albany ook al eerder gehad dus kon ik me weer vermaken met een Stork SW en Kromhoutjes. De reis van het vliegveld naar het schip ging nog bijna verkeerd. Ik had net een hele vlucht achter de rug en in de auto van de agent rekte ik me eens uit. Had ik niet moeten doen want de voorbank stond kennelijk helemaal los in die auto, dus we donderden bijna achterover naar de achterbank. We schrokken ons rot, maar het ging allemaal nog net goed. Een paar van de mensen aan boord kende ik wel, maar de hwtk en de kapitein waren mij onbekend., maar het leken wel geschikte lui. De lijndienst waar het schip op voer was ook een beetje vreemd. Maleisië, Singapore, Indonesië, Nieuw Zeeland, Fiji, de Filipijnen, Hong Kong, in die buurten scharrelden we een beetje rond. Ik geloof dat het in Port Klang was. We zouden daar vrij lang liggen en de spoellucht ruimte moest schoongemaakt worden. We waren er nog niet helemaal gereed mee, maar we besloten het maar even af te maken. We zouden de volgende dag tegen de middag weer vertrekken, dus na het schoonmaken lieten we de deksels open staan, dat kon de volgende dag voor vertrek nog wel gedaan worden. Dus soppen en een biertje aan de bar. Daar zat de kapitein ook en de stuurlui en wij gingen er ook bijzitten. Toen hoorde ik de kapitein zeggen: En als we morgen vroeg om zes uur vertrekken..... Ik zei: we vertrekken morgen vroeg om zes uur niet. De kapitein wilde weten waarom niet. Ik zei: wij weten niet beter dan dat we morgen middag tegen 12 uur vertrekken en de hoofdmotor ligt nog open. De kapitein wilde weten wat nog open lag. De spoelluchtdeuren. De kapitein zei: Jongens, allemaal ketelpak aan en aan het werk, spoelluchtdeuren sluiten. Ik vroeg hem: U ook? en hij zei: ik ook. En zo gingen we weer naar beneden, stuurlui en wtk's. En de spoellucht deuren werden dichtgeschroefd. De kapitein was ook druk bezig, maar het was warm in de machinekamer. De spoellucht ruimte was dan wel schoon, maar de deuren en daar in de buurt nog niet. En hij had leren werkhandschoenen aan en daarmee wiste hij het zweet van zijn voorhoofd. Toen we klaar was zag de goede man er niet uit, zijn hele gezicht zwart van de spoellucht shit. Daarna maar weer soppen en toen nog maar een biertje gedaan om het vloeistofpeil in het lichaam weer aan te vullen. De kapitein is wel een tijdje aan het poetsen geweest, maar de volgende dag vertrokken we op tijd. Ik had het schip over gekregen van mijn voorganger, vol met vries en koel lading. Nu had ieder kamer twee complete vriesunits, compressor, condensor, verdamper. Maar van alle kamers was één systeem leeg getrokken en ook de reserve voorraadflessen Freon 502 waren leeg. Tja, ik ben gekke Gerretje niet. Nieuw Zeeland? Daar kan je vrieslading verwachten, dus in Singapore gingen alle freon flessen de wal op om gevuld te worden. Dat heb ik in de lege systemen getrokken en daarna de flessenweer op laten vullen. Dat het schip in de verkoop zat en geen koel en vrieslading meer heeft vervoerd wisten wij aan boord ook niet. Hoewel, een paar mensen wisten het wel, want die zaten in de ondernemingsraad, maar die mochten niets zeggen. Nou, jammer dan.
We waren op zaterdag morgen aangekomen in Singapore en daar kregen we ook een schrijven van de maatschappij dat we ons overwerk moesten gaan inleveren voor extra verlof. Het ging kennelijk niet zo goed met de maatschappij. Dat vonden we eigenlijk niet zo'n goed bericht en de eerste stuurman nam het voortouw. In Singapore zat een vertegenwoordiger van de vakbond en die moest maar het één en ander komen uitleggen, die middag. De man had geen zin en zei dat hij zijn huis net aan het schilderen was. Daar nam de eerste stuurman geen genoegen mee en zei dat hij 's middags aan boord moest komen anders zou de eerste stuurman er hoogst persoonlijk voor zorgen dat alle leden van de bond aan boord hun lidmaatschap zouden opzeggen. Dus die middag kwam de vertegenwoordiger van de bond aan boord en het was al gauw duidelijk dat hij niets wist of niets wilde zeggen. Nu is er een bekende truc, dan als je ergens niets van weet of niets mag zeggen, dan moet je proberen snel op een ander onderwerp over te gaan. Dat probeerde deze man dus ook. Iedere keer ging hij weer op een ander onderwerp over, maar daar waren wij niet in geïnteresseerd, we wilden over dit onderwerp meer weten. Van deze man zijn we niets wijzer geworden, hoewel we hem het vuur na aan de schenen legden. We kwamen dus tot de ontdekking dat de man er absoluut niets van wist, dus we zijn toen niet wijzer geworden. Wat later kregen we een nieuwe kapitein en een nieuwe hwtk. De kapitein was oké, maar de nieuwe hwtk was een vreemde. Die voer om de wal op te kunnengaan, kreeg ik het idee. Aan boord dronk hij niet, maar dacht kennelijk dat hij dat in de haven weer in moest halen. Bij aankomst in een haven stond ik beneden en liep de hwtk in stap-pak aan dek. En als hij vlak voor vertrek weer aan boord kwam was hij zover heen dat ik bij vertrek ook weer beneden stond. Op zee had je niet veel last van hem. Hij keek alleen maar rond of hij niet wat werk voor Page & McCrae in Tauranga kon vinden want dan kon hij daar gratis golfen. Dingen die we zelf gemakkelijk konden doen of die niet nodig waren, daarvoor had hij dan alweer een werkorder uitgeschreven. Ik moest ook leren om zijn handtekening te vervalsen. Hij keek er op toe dat het vrij aardig leek. Waarom hij dat deed? Oh, om zijn handtekening op de bunker papieren te krijgen. In Singapore was het altijd bunkeren, maar hoewel hij dan aan boord hoorde te zijn, was hij dat niet en na het bunkeren moest ik dat mijn vervalsing van zijn handtekening op de papieren zetten. Heb ik trouwens niet gedaan, ik heb er gewoon mijn eigen handtekening onder gezet, maar ik denk niet dat dat ooit iemand is opgevallen.
Volgens mij zijn we met dit schip toen ook nog in Australië geweest. Helemaal zeker ben ik daar niet van, maar het staat me zo bij. En toen was het nog steeds gezeur met de Unions daar. De stoelen in de kranen waren eigenlijk een soort stalen kruk en die waren voor de wharfies veel te hard, dus daar moesten kussens op komen. Niet dat dat veel uitmaakte, volgens mij want die heren waren al in bezit van overtollig zitvlees. De cabines van die kranen waren vanaf nieuwbouw al open, maar nu moest er een soort canvas bekleding op heen komen om de heren tegen het gure klimaat van Australië te beschermen, maar dan werd het toch warm in de cabine, dus moest er een ventilator in komen. Om in de cabine van die kranen te komen moesten ze aan de buitenkant een stalen ladder opklauteren en dat moesten ze over een flinke richel zijdelings naar de cabine schuifelen, maar aangezien al deze mensen, die de kranen bedienden, allemaal een flinke mate van obesitas hadden, viel dat niet mee omdat hun buik in de weg zat en de ruimte tussen kraanhuis en reling misschien wat smaller was dat hun omvangrijke middel. Eigenlijk zouden we de hele kranen moeten verbouwen, maar dat was nu eenmaal onmogelijk. Wat me ook nog bijstaat was dat de kapitein naar de horse races was geweest en vrij opgetogen terugkwam. Hij had met wedden 50 dollars gewonnen. Tja, dat was mooi, maar hij gaf geen antwoord toen ik hem vroeg hoeveel hij verloren had, maar hij moest er wel om lachen. In Port Klang moesten we de uitlaatkleppen van één van de cilinders trekken. De hwtk was uiteraard de wal op. We zouden de volgende dag in de namiddag vertrekken, maar terwijl we bezig waren kregen we bericht dat we die avond al zouden vertrekken. We hadden er drie uitlaatkleppen uit liggen, maar de vierde zat muurvast. Nu is mijn ervaring met Stork motoren dat als de uitlaatklep er niet uit wil, dit vaak wordt veroorzaakt door een lek cilinderdeksel. De hwtk was er niet dus ik moest de beslissing nemen. Ik heb dus drie uitlaatkleppen verwisseld en de vierde laten zitten. In Singapore, de volgende haven, konden we het weer proberen en dan zouden we, als het nodig was de tijd hebben om een cilinderdeksel te wisselen, want dat kreeg ik nu niet meer voor elkaar voor onze vertrek tijd. Wat later kwam de hwtk, met de nodige drank achter zijn kiezen, aan boord en vroeg me hoe het gegaan was. Dus ik vertelde het hem. Die vent ging tegen me te keer en maakte me uit voor rotte vis waar iedereen bij zat. Ik had nog tijd genoeg gehad. Ik zei hem dat we over anderhalf uur gingen vertrekken. Hij zei: nee, KZ we vertrekken morgen middag pas. Ik: Als U dat zegt, maar ik zou toch maar even met de eerste stuurman of de kapitein gaan praten. Een dik uur later vertrokken we en in Singapore heb ik die ene klep eruit gekregen met behulp van een fles Freon-12 en het cilinderdeksel was niet gescheurd. Op de Straat Torres heb ik ook zoiets gehad bij een HOTLO en toen hebben we een beetje teveel kracht gezet en scheurde het klephuis middendoor en dan moet je het deksel ook trekken. Verder kan ik me weinig meer van dit schip herinneren. Als je een stel A-schepen gehad hebt is het soms moeilijk ze uit elkaar te houden en ik heb op dit schip geen foto's gemaakt dus ik heb in dit geval geen geheugen steuntje.
Het schijnt dat in de buurten, waar we met dit schip voeren, om de zoveel tijd een zeilwedstrijd gehouden werd, van Auckland naar Suva op Fiji. De zeilschepen werden dan bemand door professionele bemanningen. Maar na die race moeten die zeilschepen ook weer terug gevaren worden en dat wordt dan vaak gedaan door liefhebbers, die er waarschijnlijk flink voor moeten betalen. En dat gebeurde deze keer dus ook weer. De race was geweest en nu werden die zeilschepen terug gevaren. En toen stak er een vuiltje op en een flink vuiltje ook nog. Er zijn toen een heel stel van die zeilschepen vergaan. Schepen die daar in de buurt voeren, waaronder wij, werden gevraagd om uit te kijken en om eventueel assistentie te verlenen. De mensen op de brug hebben echter niets gezien en ik ben ervan overtuigd dat ze goed hebben uitgekeken. Er zijn toen verscheidene mensen om het leven gekomen. Mensen hebben nogal eens de neiging om natuurgeweld te onderschatten met alle gevolgen van dien.
Op 12 augustus 1983 monsterde ik af in Singapore om weer met verlof te gaan.