Home | Wegwijzer | Foto's | Alle KJCPL schepen

Boissevain, Ruys, Tegelberg

De nieuwe rederij KJCPL is na de oorlog in 1947 ontstaan door samenvoegen van buitenlijnen van de KPM en de JCJL.
De inbreng van de KPM zou onder andere bestaan uit de drie passagiersschepen Boissevain, Ruys en Tegelberg die in 1937 resp. 1938 waren gebouwd voor de Zuid- en Oost-Afrika dienst.

Oorspronkelijk waren de drie schepen gebouwd met een luxueuze en buitengewoon ruime akkomodatie voor 82 passagiers in de eerste klasse, een zelfde aantal in de "intermediate class", en 500 tussendek passagiers. Tijdens de tweede wereld oorlog werden de schepen verbouwd tot troepentransport schip, waarbij ondermeer aanvullende drinkwater- en sanitaire voorzieningen waren aangebracht.

De Ruys en Tegelberg waren onder meer betrokken bij de geallieerde landingen in Noord-Afrika en op Scicilië. De Ruys onderscheidde zich door bij de ondergang van de "Marnix van Sint Aldegonde" van de SMN al haar reddingssloepen achter te laten voor de schipbreukelingen van dit getroffen schip.

In de loop van 1947 waren de schepen bij Taikoo Dockyard in Hong Kong min of meer in hun oorspronkelijke staat terug gebracht.

In 1954 werden de schepen omgebouwd om op zware olie te kunnen varen; hetgeen met de nodige technische problemen gepaard ging. In de van oorsprong ruime machinekamer werd een extra bordes bijgebouwd voor de apparatuur die nodig was om de zware olie te kunnen reinigen. In 1961 kwam daar nog een bordes voor de airconditioning apparatuur bij waardoor de machinekamer voor de werktuigkundigen in een ingewikkeld doolhof veranderde.

Zeventig jaar geleden

‘Boissevain’, ‘Ruys' en ‘Tegelberg’

DOOR KEES DE HAAS

De bestelling op 4 december 1935 van de ‘Nieuw Amsterdam' betekende het begin van het herstel van de Nederlandse scheepsbouw, na de sombere crisis in het begin van de jaren dertig. Zo meldde de Koninklijke Paketvaart Maatschappij op 15 januari 1936 opdracht te hebben gegeven tot de bouw van drie motorpassagiersschepen voor haar dienst tussen Verre Oosten-havens, waaronder Shanghai, Hong Kong en Zuid-Afrika, via Nederlands-lndië. Twee van deze bestellingen gingen naar Nederlandse werven, de derde naar Blohm & Voss in Hamburg. De werf De Schelde in Vlissingen bouwde het ene schip, de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij in Amsterdam het andere. De schepen werden ‘Boissevain’, ‘Ruys’ en ‘Tegelberg’ genoemd, naar de grondleggers in 1888 van de KPM. Het ontwerp van het drietal was van het bouwburo van de rederij onder leiding van ir. M.A. Cornelissen.

De ‘Boissevain’

De ‘Boissevain’ werd eind 1936 in Hamburg onder werfnummer 510 op stapel gezet. Ze verkeerde daar overigens ‘in gezelschap' van het slagschip ‘Bismarck’ (bouwnummer 509) en van het Kraftdurch-Freude schip ‘Wilhelm Gustloff’ (bouwnummer 511). De financiering van de bouw van het Nederlandse schip was een ingewikkelde zaak. Omdat Duitsland, toen onder het Hitler- regime, een chronisch tekort had aan deviezen, vond de buitenlandse handel deels plaats op basis van compensatiecontracten. Zo werden Duitse locomotieven geleverd in ruil voor katoen en jute of landbouwmachines tegen zuidvruchten en cacao. In het geval van de ‘Boissevain’ werd gezocht naar een oplossing waarbij Indische planters tabak Zouden leveren voor de Duitse sigarenindustrie. Hiervoor moesten maandenlange onderhandelingen worden gevoerd met overheidsorganeb en ministeries in Berlijn. De eindgesprekken vonden ten slotte plaats in het Reichwirtschafsministerium in de Duitse hoofdstad. Toch bleef er toen nog een niet te overbruggen verschil van menig over. De Nederlanders trokken zich daarop terug in hun Berlijnse hotel waar ze de werfmensen uit Hamburg ontvingen die hen wilden bedanken voor hun vriendschappelijke houding, alvorens de partijen uiteen zouden gaan. Maar op het laatste moment verscheen een ambtenaar van het ministerie met de mededeling dat er toch nog een uitweg was gevonden, waarmee de opdracht tot de bouw van de ‘Boissevain’ was gered. En zo werd het ‘Zigarrenschiff” (bouwkosten zo’n drie miljoen gulden) betaald met Nederlands-Indische tabak. Na op 3 juni 1937 te water gelaten werd de ‘Boissevain’een half jaar later, op 1 december, tijdens haar Officiële proefvaart op de Noordzee overgedragen aan de KPM. Aan boord waren belangrijkste kopstukken die bij de bouw betrokken waren, waaronder directieleden van rederij en werf, de heer Sulzer van de gelijknamige motorenfabriek in het Zwitserse Winterthur, F. de Boer, directielid van de SMN, ir. H.N. Prins, chef van het bouwburo van de SMN en ingenieurs en andere technici. De proeftocht begon ’s morgens om negen uur en men was om zes uur ’s avonds weer terug op de Elbe. De volgende dag vertrok de ‘Boissevain’ naar Amsterdam, naar de Javakade, waar ze klaar werd gemaakt voor de reis naar Nederlands-lndië.

De ‘Tegelberg’

Intussen vorderde ook de bouw van de beide andere schepen op Nederlandse werven. Ruim een maand na de stapelloop van de ‘Boissevain’ was het op 10 juli 1937 de beurt aan de ‘Tegelberg’ om bij de NSM in Amsterdam met het IJ-water kennis te maken. Doopster was mej. D.W. Tegelberg, dochter van P.E. Tegelberg, president-commissaris van de SMN. Het was zijn vader, Petrus Emilius Tegelberg, een echte Amsterdammer, jarenlang lid van de plaatselijke Kamer van Koophandel en medeoprichter van de KPM in 1888, naar wie het schip was genoemd. Eerste spreker na de stapelloop was werfdirecteur ir. D. Goedkoop Dzn. Hij dankte de doopster voor de manier waarop zij met één handbeweging zes miljoen achthonderdduizend kilo staal te water had gelaten’. KPM- directeur J.D. Brand merkte in zijn speech op dat de ‘Tegelberg’ het 39ste schip was dat door de NSM voor de KPM werd gebouwd. Op iedere zes schepen van de werf was er dus één voor de Paketvaart, aldus deze spreker. Na het aflopen van de ‘Tegelberg’ werd op de vrijgekomen helling de kiel gelegd voor een 12.000- tons motortankschip voor de Koninklijke Shell-groep. Medio februari 1938 maakte de nieuwe KPM-er haar proefvaarten. Ze keerde in Amsterdam terug om af te meren aan de Javakade. Het schip was toen inmiddels officieel door de rederij van de werf overgenomen en werd nu klaargemaakt, voor de reis naar Java. Dinsdag, 8 maart ontving de KPM-directie nog gasten om het nieuwe schip te bezichtigen vóór zijn vertrek. Zij vernamen onder meer dat de ‘Tegelberg’ en haar zusters geplaatst zouden worden op één van de langste passagierslijnen onder Nederlandse vlag: van Shanghai via Hong Rong, Manilla, Saigon, Bangkok, Singapore en Batavia naar Rodriguez, Mauritius, Tamatave, Lourenco Marqués, Durban en Kaapstad, een totale afstand van rond 10.250 zeemijlen. Vrijdag 11 maart 1938 verliet de ‘Tegelberg’ Amsterdam naar Batavia via Kaapstad. Het zusterschip de ‘Boissevain’ was inmiddels op het nieuwe traject ingezet.

De ‘Ruys’

Toen donderdag 16 januari 1936 de opdracht van de KPM voor het motorpassagiersschip ‘Ruys’ aan de werf De Schelde bekend werd, ging op het stadhuis van Vlissingen en op de St. Jacobstoren de vlag uit. De bouw van het schip werd met Zeeuwse voortvarendheid aangepakt, zodat zaterdag 25 september 1937 mevrouw J.R. Kolff-Ruys doop en tewaterlating kon verrichten.

De werf vertoonde hierbij voor de eerste maal haar eigen KMS-vlag. Na proefvaarten zou de ‘Ruys’ zaterdag 28 maart 1938 aan de KPM worden overgedragen, waartoe ze met 122 gasten om 09.00 uur uit Vlissingen moest vertrekken.

Omdat het schip op de rede voor anker lag en er een ruwe zee stond bleek het aan boord brengen van de passagiers niet zonder risico. Bovendien zat de schrik er bij de organisatoren nog goed in na wat er de avond tevoren was gebeurd. Toen één van de Duitse gasten om half zes, het schip wilde verlaten stapte hij mis en brak daarbij beide benen. Zaterdagmorgen besloot men daarom het schip de haven binnen te brengen en de gasten daar te laten inschepen. Ten slotte kon de ‘Ruys’ toen pas aan het einde van de ochtend naar zee vertrekken . Om kwart over twaalf kwamen directies en gasten bijeen in de social hall van het schip voor de overdracht. KPMdirecteur J.D. Brand sprak over de hoge eisen die de rederij gewoon was aan haar materieel te stellen, over de goede kwaliteit van de producten van de Vlissingse werf en ook uitte hij waardering aan de technische bedrijven en aan de 'sierkunstenaars’ die tezamen een schip hadden geleverd ‘waarop de KPM trots is’. Vervolgens nam hij namens de rederij het schip over van de werf. Op het achterschip hees daarop Willem Ruys Bzn. de maatschappijvlag, ‘onder toejuichingen en scheepssirenegeloei’. Vanaf dat moment maakte de ‘Ruys’ deel uit van de KPMvloot. Het schip had intussen koers gezet naar Schiedam, waar het in de namiddag bij WiltonFijenoord werd gedokt en waar de genodigden van boord gingen. Met de oplevering van de ‘Ruys’ was het drietal compleet en kon de beoogde dienstregeling worden ingevuld. Zoals bekend hebben de ‘Boissevain’, de ‘Ruys’ en de ‘Tegelberg’ de Tweede Wereldoorlog overleefd; vanaf het voorjaar van 1942 als geallieerde troepen-transportschepen. Na 1945 hervatten ze hun vredesdiensten. Bij de overgang in 1948 van KPM naar KJCPL (Royal Interocean Lines) werden hun kleuren gewijzigd. Uiterlijk waren het toen geen witte jachten meer. In 1968 werd het drietal te Kaohsiung (Taiwan) gesloopt, elk na dertig dienstjaren.

Bron: De Blauwe Wimpel 1/2007
===========================================

Boissevain

Vloot/BRT/Boissevain-1 Vloot/BRT/Boissevain-2
Roep letters PDEP
Werf Blohm & Voss te Hamburg
Bouwnummer 510
Afmetingen L x B x H 170.99 x 22.86 x 12.50 meter
12.460b, 8.669n, 14.134d
Passagiers 82 I
72 II
500 TD
Motor 3 x 2t ew 8 cyl Sulzer (650x1200)
Vermogen 3 schroeven 10.800 rpk
Snelheid 17 kn.
te water gelaten 3 juni 1937
Geschiedenis 1937: Boissevain (KPM).
1942: Gechartered als troepenschip
1946: Terug als Boissevain (KPM).
1947: Boissevain (KJCPL)
1961: Verbouwing Passagiers: 131(I), 84 (II) 179 (III)
1968: Aanvaring met Japanse kustvaarder
1968: gesloopt te Kaohsiung

Ruys

Vloot/BRT/RuysAfbouw Vloot/BRT/Ruys - Vlissingen - 1938 Vloot/BRT/Ruys-1 Vloot/BRT/Ruys-5 Vloot/BRT/Ruys-2 Vloot/BRT/Ruys-3 Vloot/BRT/Ruys-4 Vloot/BRT/Ruys-6

Interieur foto's van de Ruys

Roep letters PHFL
Werf KMS De Schelde te Vlissingen
Bouwnummer 204
Afmetingen L x B x H 170.99 x 22.86 x 12.50 meter
14.155b, 8.664n, 12.137d
Passagiers 82 I
72 II
500 TD
Motor 3 x 2t ew 8 cyl Sulzer (650x1200)
Vermogen 3 schroeven 10.800 rpk
Snelheid 17 kn.
te water gelaten 25 september 1937
Geschiedenis 1938: Ruys (KPM).
1942: Gechartered als troepenschip
1946: Terug als Ruys (KPM).
1947: Ruys (KJCPL)
1958: door brand te Buenos Aires ernstig beschadigd
1961: Verbouwing Passagiers: 131(I), 84 (II) 179 (III)
1962: Aanvaring met m.s. Exmoor nabij Buenos Aires
1968: gesloopt te Kaohsiung

Tegelberg

Vloot/BRT/Tegelberg-1 Vloot/BRT/Tegelberg-2 Vloot/BRT/Tegelberg-3 Vloot/BRT/Tegelberg-4 Vloot/BRT/Tegelberg-5 Vloot/BRT/Tegelberg-6
Roep letters PHWZ
Werf Nederlandse Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam
Bouwnummer 204
Afmetingen L x B x H 170.99 x 22.86 x 12.50 meter
14.150b, 8.674n, 12.119d
Passagiers 82 I
72 II
500 TD
Motor 3 x 2t ew 8 cyl Sulzer (650x1200)
Vermogen 3 schroeven 10.800 rpk
Snelheid 17 kn.
te water gelaten 10 juli 1937
Geschiedenis 1938: Tegelberg(KPM).
1942: Gechartered als troepenschip
1946: Terug als Tegelberg(KPM).
1947: Tegelberg(KJCPL)
1956: te Singapore brand in luik II
1962: Verbouwing Passagiers: 131(I), 84 (II) 179 (III)
1968: gesloopt te Kaohsiung